Hoe onze geest kan helpen blessures tijdens langeafstandslopen te verminderen

4 juli 2022

Luuk van Iperen gebruikte gegevens van meer dan duizend hardlopers om te begrijpen hoe hardlooppsychologie samenhangt met de gezondheid van hardlopers.

Bron: Shutterstock.

Het is zomer, de zon schijnt, en op het noordelijk halfrond zijn de avonden lang. In deze tijd van het jaar zie je overal hardlopers de voetpaden en wegen opgaan om 5, 20, of zelfs meer kilometer te lopen. Veel hardlopers genieten van langeafstandslopen en plukken de vruchten ervan voor hun gezondheid, maar er zijn ook nadelen: veel lopers ondervinden ook nadelige gevolgen voor hun gezondheid, zoals blessures. Om te begrijpen waarom dit het geval is, gebruikte promovendus Luuk van Iperen een psychologisch perspectief om de gezondheidsuitkomsten voor langeafstandlopers te voorspellen en te optimaliseren.

Luuk van Iperen.

Begrijpen en voorspellen waarom blessures, chronische vermoeidheid en trainingsintensiteit verschillen bij lange-afstandlopers (die trainen voor halve en hele marathonafstanden) is cruciaal, gezien de populariteit van hardlopen en het hoge aantal blessures. Toch is het niet gemakkelijk om te begrijpen waarom bepaalde negatieve gezondheidsresultaten zich voordoen.

"Veel professionele atleten wenden zich tot sportpsychologen om tot grote prestaties te komen - of het nu gaat om voetbal, zwemmen of golf", zegt Luuk van Iperen van de Human Performance Management-groep aan de TU/e. "Het kan nuttig zijn om te evalueren hoe zo'n psychologisch perspectief ook langeafstandslopers op recreatief niveau kan helpen, om te begrijpen hoe zij hun trainingen plannen en welke gezondheidsuitkomsten zij als gevolg daarvan ervaren." En dat is precies wat Van Iperen voor zijn promotieonderzoek heeft gedaan.

Niet-loper achter de psychologische blik aan

Hoe leuk Van Iperen het ook vindt om dit hardlooponderzoek op zich te nemen, zijn eigen relatie met hardlopen is op zijn best ambivalent. "Ik ben zelf niet zo’n grote fan van hardlopen. Eerlijk gezegd ben ik op dit moment blij dat ik het helemaal kan vermijden. Ik hou meer van vechtsporten en bergbeklimmen."

Ondanks zijn voorkeur voor andere sporten, wilde Van Iperen graag de talloze mensen helpen die wel hardlopen. "Ik wilde echt meer te weten komen over de psychologische kant van hoe hardlopers hun sport zien en er mee omgaan. Onderzoek hiernaar zou kunnen leiden tot aanbevelingen die hardlopers helpen om hun gezondheidsresultaten met hardlopen te optimaliseren. Met andere woorden: pluk het positieve, vermijd het negatieve."

Bron: Shutterstock.

Omgaan met hardloopgerelateerde eisen

Het psychologische perspectief dat Van Iperen en zijn collega's gebruiken, begint met twee ideeën. "Ten eerste hebben hardlopers een verscheidenheid aan eisen en manieren om met deze eisen om te gaan, zoals door hulpbronnen te gebruiken bij het hardlopen en door te herstellen. Ten tweede gingen we ervan uit dat deze factoren fysieke, cognitieve en emotionele componenten hebben, die kunnen helpen verklaren wanneer bepaalde benaderingen effectiever zijn. We verwachtten dat hardlopers zouden proberen hun hardlopen optimaal te plannen, wat impliceert dat ze een bepaalde mate van functionele zelfregulering toepassen, zoals we dat noemen."

Om het antwoord te vinden, maakten Van Iperen en zijn promotoren Jan de Jonge, Josette Gevers en Steven Vos gebruik van een combinatie van onderzoeksmethoden en enquêtegegevens van meer dan duizend hardlopers uit twee studies. "Analyse van de resultaten van de eerste studie suggereerde dat hardlopers inderdaad zelfregulerende mechanismen toepassen, die op hun beurt gerelateerd waren aan hun kracht", merkt Van Iperen op.

Harmonieuze versus obsessieve passie

Van Iperen keek ook naar de rol van passie, die volgens eerder onderzoek een groot deel uitmaakt van zelfregulatie.

Passie voor hardlopen is er in twee smaken: harmonieuze en obsessieve passie. "Een harmonieuze hardloper kan zijn sport in balans brengen met andere aspecten van zijn leven. Maar een obsessieve hardloper is iemand die het grootste deel van zijn tijd aan het hardlopen is, zozeer zelfs dat zijn leven uit balans kan raken. Het is de obsessieve loper waar we ons het meest zorgen over maakten", merkt Van Iperen op.

Sporters met en obsessieve passie bleken inderdaad minder vaak gebruik te maken van bepaalde herstelbenaderingen of -middelen om om te gaan met de eisen van het hardlopen. "Deze zogenaamde 'hoog-risico lopers' hadden dan ook vaker last van blessures en chronische vermoeidheid", zegt Van Iperen.

Dit hoog-risico profiel voor blessures was een van de drie psychologische risicoprofielen die werden geïdentificeerd, de andere zijn het laag-risico en medium-risico profiel. "Om lopers en coaches in het veld te helpen, ontwierpen we een zelftest waarmee ze hun meest waarschijnlijke profiel kunnen bepalen."

App-oplossing?

Van Iperen en zijn collega's ontwikkelden ook een mobiele app om zelfregulerend gedrag te ondersteunen en beoordeelden of deze app kon helpen om nadelige gezondheidsuitkomsten zoals blessures te verminderen. Na een gerandomiseerde gecontroleerde trial werd echter geen bewijs gevonden dat de app dit doel zou bereiken, wat aangeeft dat verdere studies nodig zijn.

Na zijn promotie gaat Van Iperen verder als universitair docent aan de Universiteit Maastricht. Daar wil hij verder onderzoek doen naar het verband tussen psychologische zaken en gezondheid.

Luuk van Iperen verdedigt zijn proefschrift bij de faculteit Industrial Engineering and Innovation Science. Titel van PhD-thesis: “Psychological predictors of recreational runners’ health: Self-regulatory processes and running-related injuries, fatigue, and vigor”. Supervisor: Jan de Jonge (TUE). Co-supervisors: Josette M. P. Gevers (TUE), Steven B. Vos (TUE). Andere belangrijke betrokken partijen: ZonMW.

Mediacontact

Barry Fitzgerald
(Science Information Officer)

Meer over gezondheid

Het laatste nieuws

Blijf ons volgen