Nieuwe decaan faculteit ME Patrick Anderson

Katalysator voor verbinding in een groeiende faculteit

5 december 2022

Patrick Anderson is een van de drie nieuwe decanen die op 1 september zijn aangesteld bij de faculteiten Mechanical Engineering, Applied Physics en Mathematics & Computer Science. In een drieluik stellen de drie nieuwe leiders zich voor.

Mechanical Engineering decaan Patrick Anderson. Foto: Bart van Overbeeke

Een van de grootste uitdagingen van de nieuwe decaan van de faculteit Mechanical Engineering is het verbonden houden van zijn mensen, die vanwege de verbouwing van Gemini de komende jaren op verschillende plekken op de campus verspreid zitten. Maar bovenal wil Patrick Anderson een benaderbare decaan zijn, die open en transparant handelt.

Het was niet zo dat Patrick Anderson (54) als kind dacht ‘later wil ik decaan worden’. Of dat hij überhaupt in de wetenschap terecht zou komen. Toch is dat precies wat de hoogleraar Structuur en reologie van complexe vloeistoffen sinds 1 september is: decaan van de faculteit Mechanical Engineering. “Ik was blij vereerd toen ik in mei werd benaderd door de voorzitter van de zoekcommissie. Blijkbaar was er veel draagvlak onder collega’s voor mij als decaan en ik beloofde dat ik erover zou nadenken. Het is toch een ander soort positie dan hoogleraar, en dat werk doe ik heel graag”, vertelt Anderson.

Als zo’n positie wordt aangeboden, begint het denkwerk: het terug- en vooruitkijken. “Ik heb ruim twintig jaar lang mijn bijdrage geleverd aan de wetenschap: projecten binnenhalen, PhD’s begeleiden, papers schrijven. We hebben mooie successen behaald en ik heb met mijn onderzoek naar polymeerverwerking en reologie internationaal naam gemaakt. Ook onderwijs heb ik altijd met veel passie gedaan, en ik heb verschillende onderwijsprijzen gewonnen. Ik vind het fantastisch om college te geven aan eerstejaars studenten, en probeer altijd zoveel mogelijk interactie uit te lokken.”

Door tot pensioen

‘Ik zou hiermee kunnen doorgaan tot aan mijn pensioen’, overwoog Anderson. “Maar ik vind het ook fijn om wat ik tijdens mijn academische loopbaan heb geleerd terug te kunnen geven aan de mensen in de faculteit. Zowel de wetenschappelijke als de ondersteunende staf, want ik geloof sterk dat zij sámen de universiteit beter maken.”

Het werd dus een ‘ja’ op de vraag of hij decaan van Mechanical Engineering wilde worden. Besturen met een klein stukje onderzoek en onderwijs: “Ik bouw mijn rol binnen de capaciteitsgroep uiteindelijk af naar twintig procent van mijn tijd. Mentor zijn voor jonge wetenschappers en ervoor zorgen dat zij hun onderzoek zo goed mogelijk kunnen uitvoeren, blijf ik doen. En ik blijf het eerstejaars vak Inleiding Werktuigbouwkunde geven, omdat ik binding met de studenten wil houden.”

Ik wil dat mensen weten dat ik benaderbaar ben. Loop gerust bij me binnen.

Decaan Patrick Anderson

Patrick Anderson in zijn werkkamer. Foto: Bart van Overbeeke

Aan het eind van het interview vraagt Anderson nog naar tips voor hem in zijn nieuwe functie als decaan. ‘Blijf menselijk en heb oog voor je mensen’, luidt het antwoord. En dat is Anderson zeker van plan. Hij wil zijn decanaat open en transparant invullen. “Ik wil dat mensen weten dat ik benaderbaar ben. Of je nou een klacht of een compliment hebt, loop gerust bij me binnen. Als mijn deur openstaat, ben je welkom.”

Die deur bevindt zich de komende jaren op twee locaties, omdat het bestuur van de faculteit Mechanical Engineering vanwege de verbouwing van hun pand Gemini naar het gebouw Traverse is verhuisd, samen met onder andere de ESA-afdeling (ondersteuning onderwijs) van de faculteit. Anderson huist nu in de gebouwen Gemini én in Traverse. De komende jaren waaieren de medewerkers en labs van zijn faculteit tijdelijk uit over verschillende plekken op de campus.

Zorgen

Dat Anderson zwaar inzet op verbinding zoeken en behouden, zal dan ook niet als een verrassing komen. “Onze mensen hebben een positieve houding, dus ik denk dat we er wel goed doorheen komen, maar het baart me toch wel wat zorgen”, bekent hij. “Ik merk zelf al in Traverse dat het soms moeilijk is om verbinding te krijgen. Bijvoorbeeld tussen ons als bestuur aan de ene kant van de gang, en de medewerkers van ESA aan de andere kant. Het enige dat we delen, is de lift. Ik vind het belangrijk dat we elkaar beter leren kennen.”

Ik geloof niet in meer vergaderen om elkaar te zien

Daarom vroeg hij de manager van ESA om een activiteit te laten organiseren voor en door medewerkers aan beide kanten van de gang. Met sociale events wil Anderson mensen samenbrengen. “Ik geloof niet in meer vergaderen om elkaar te zien. Maar als je dan toch vergadert, zorg dan dat je echt samenkomt en elkaar live ziet. Vooral voor de jonge wetenschappelijke staf is het belangrijk om te weten wat speelt binnen de faculteit.”

Patrick Anderson woonde een deel van zijn jeugd in de VS met zijn ouders. Op zijn achtste kwamen ze terug naar Nederland. Anderson was goed in wiskunde, en ging Applied Mathematics studeren aan de TU/e. “Hier kwam ik erachter dat ik wiskunde leuk vond, maar de toepassing ervan ook.”

Na zijn promotie aan de faculteit Mechanical Engineering, werkend aan een groter project dat theorie, experimenten en numerieke simulaties combineerde, ging hij aan de slag bij Océ in Venlo. Hij keerde binnen negen maanden terug naar de universiteit, waar de vrijheid van werken en kennis vergaren hem toch meer aantrokken.

Anderson kreeg de kans een track als universitair docent in te gaan en rolde door naar universitair hoofddocent en hoogleraar aan de faculteit Mechanical Engineering, waarvan hij sinds 1 september 2022 decaan is.

Gemini, het onderkomen van de faculteiten Mechanical Engineering en Biomedical Engineering. Archieffoto: Bart van Overbeeke

Informeel samenkomen

Anderson, terugkomend op zijn rol als katalysator binnen de faculteit: “Het is zo waardevol voor de motivatie en samenwerking om elkaar ook informeel en buiten meetings te zien. Ik gun het iedereen binnen onze faculteit om met passie en plezier aan het werk te zijn. Het is mijn taak om een omgeving te creëren waarin onze mensen hun werk optimaal kunnen doen. En verbindingen te leggen waardoor ze onderling meer uit hun werk kunnen halen. Ik ben niet iemand die er bovenop wil blijven zitten. Als je mij weghaalt, moet het proces door lopen.”

Je bent niet per se een goede leider als je een goede wetenschapper bent, daarvan is Anderson zich maar al te goed bewust. “Het is belangrijk om je kennis en kunde over leiderschap af en toe op te frissen. Ik heb aangegeven dat ik daarvoor open sta, zo gauw als er weer plek is in het leiderschapsprogramma.”

Soms moet je iets extra’s doen om ervoor te zorgen dat mensen zich veilig en op hun gemak voelen.

Een andere cursus die hij belangrijk vindt, ligt op het vlak van social safety. Anderson wil dat alle staf binnen zijn faculteit die volgt. “We moeten ons ervan bewust zijn dat niet iedereen zich standaard ‘veilig’ voelt. Soms moet je iets extra’s doen om ervoor te zorgen dat mensen zich op hun gemak voelen. Dat is net zo belangrijk als het oppakken van signalen dat mensen zich niet veilig voelen”, zegt Anderson. “Als mensen over de schreef gaan, moet je actie ondernemen en het gesprek aangaan. Dat kan overal gebeuren: in mailtjes, in Whatsappgroepen, tussen studenten onderling, met medewerkers. Geef tijdig aan als je vindt dat iets niet oké is”, benadrukt Anderson.

Een tijd terug hoorde Anderson van studenten van zijn faculteit dat ze niet meer langs het gebouw Neuron wilden lopen, omdat de bouwvakkers die daar aan het werk zijn naar hen floten en opmerkingen riepen. “Je kunt dat bagatelliseren, maar ik heb het serieus opgepakt.” Anderson stuurde een e-mail over de situatie naar Real Estate, die opdrachtgever is van de verbouwing van het pand op de campus. “Ik heb hen gevraagd om de aannemer hierop aan te spreken. Real Estate heeft het serieus opgepakt en heeft met de aannemer gesproken, die een nette brief heeft teruggestuurd. Dit onderwerp komt nu wekelijks terug in het werkoverleg op de bouwplaats. We hebben degenen die de melding hebben gedaan laten weten wat er gedaan is.”

Toekomst

De toekomst lacht Mechanical Engineering toe, zegt de decaan. “We zijn sterk in onderwijs en onderzoek en halen voldoende geld uit de tweede- en derde geldstroom. We moeten wel zorgen dat er meer staf komt, zodat de student-stafratio beter wordt, want die is nu niet in balans, de werkdruk is te hoog.”

En daar komt de schaalsprong die de universiteit bereid is te maken om met de industrie in de regio mee te groeien, om de hoek. De sterkste toename wordt gezocht bij onder andere de masteropleidingen van Mechanical Engineering. 

Niet zeuren, maar oppakken, dat is kenmerkend voor onze faculteit.

Anderson wil alle geledingen van zijn faculteit betrekken bij de groeiplannen. “We hebben onlangs een mooie discussie gehouden en dan zie je dat er heel creatieve ideeën komen hoe we dit voor elkaar kunnen krijgen. Onze faculteit is altijd vooruitstrevend geweest. Niet zeuren, maar oppakken en ervoor gaan. Maar we kijken ook naar de risico’s, willen excellentie en onafhankelijkheid hoog houden. De voorwaarden die de universiteit heeft gesteld voor de groei, zijn heel belangrijk. We kunnen niet groeien zonder dat er voor-voorfinanciering komt om meer staf aan te nemen.”

Dit zijn de vier voorwaarden die de universiteit heeft gesteld aan de groei:

  • Financiering vooraf vanuit de Rijksoverheid om de groei te faciliteren en om de huidige werkdruk niet verder te laten stijgen.

  • De groei mag niet ten koste gaan van excellentie.

  • De groei moet geleidelijk gaan om de werkdruk beheersbaar te houden.

  • De regio moet ervoor zorgen dat de infrastructuur en voorzieningen op orde zijn.

“Het is zeker niet gemakkelijk om goede mensen te vinden”, zegt Anderson. “Ik geloof niet in vacaturewebsites. Je moet mensen persoonlijk en proactief benaderen.” De decaan vraagt zijn medewerkers die naar congressen gaan – “gelukkig kan dat weer” – hun oren en ogen open te houden op zoek naar geschikte talenten voor hun faculteit. “Als ze bij mij namen neerleggen, ga ik ermee aan de slag. Als de decaan van een faculteit je belt dat jij een mooie bijdrage zou kunnen leveren aan zijn faculteit, kan dat heel positief werken.”

Verkorte procedure

Om snel te kunnen handelen als talent zich aandient, heeft Anderson de procedure om een universitair docent aan te stellen, onlangs eenmalig laten verkorten tot twee dagen. “Zo hebben we een talentvolle Spaanse onderzoekster binnen kunnen halen. Die gaf hier een seminar en vertrok daarna voor vier maanden naar MIT. Terwijl zij het seminar gaf, hebben onze mensen in de zaal haar kunnen beoordelen. Normaal zou er een benoemingscommissie moeten komen, maar nu hebben we het anders ingevuld omwille van de snelheid. We hebben natuurlijk ook met haar gesproken en hebben afgesproken om op een later tijdstip naar haar loopbaanontwikkeling te kijken. Na twee weken bedenktijd, heeft ze hier een positie geaccepteerd”, vertelt Anderson tevreden.

De groei van studenten en medewerkers zal voor een groot deel buiten Nederland komen. “Dat vraagt ook iets van onszelf. Niet alleen in taal, maar ook in de manier van communiceren. Openheid en transparantie zijn daarin belangrijk. Je moet je ervan bewust zijn dat mensen iets anders kunnen ervaren dan jij bedoelt.”

Nog belangrijker dan mensen binnenhalen, is ze binnen hóuden.

Tegelijkertijd vraagt het ook een andere manier van denken, van mensen begeleiden. “We moeten niet alleen als de mensen bij ons binnenkomen vragen of we ze kunnen helpen, maar dat continu doen. ‘Hoe gaat het met je, waar loop je tegenaan?’ Dat moet een ingebouwd mechanisme worden voor ons allemaal. Want nog belangrijker dan mensen binnenhalen, is ze binnen hóuden. Zodat onze faculteit én universiteit een werksfeer biedt waarin iedereen zich thuis voelt.”

Uit onze strategie: Leiderschap

Het realiseren van onze strategische doelen vraagt leiderschap. Van leidinggevenden, van teams en van iedereen persoonlijk. Binnen het thema Resilience steken we daarom extra energie in leiderschap. Transparantie, vertrouwen, talent en team zijn de vier belangrijkste thema's waar het om draait bij leiderschap aan de TU/e. Goede leiders bouwen met hun team mee aan een veerkrachtige en excellente universiteit waar talent kan bloeien. Dit vraagt om medewerkers die hart hebben voor onderwijs, wetenschap, technologie én elkaar. Het vraagt om leidinggevenden die de veranderingen mee willen vormgeven en die talent binnen hun team herkennen en stimuleren - om zo het beste uit iedereen te halen. Het vraagt om leiders die vertrouwen geven en een veilige en open werkomgeving creëren.

Leiderschap valt onder Resilience, een van de drie thema’s in onze Strategie 2030.

Brigit Span
(Corporate Storyteller)

Meer over onze strategie

Blijf ons volgen