Eindelijk leven Minta en Ricardo het Eindhovense leven

7 december 2021

De ‘heroes of the month’ in december: de vele internationals in onze gemeenschap, die zich ver weg van hun eigen land en familie door de coronacrisis zwoegen.

Minta Harris (links) en Ricardo Alferes. Foto's: Vincent van den Hoogen

Er overheen praten of het negeren doen ze niet langer. De Braziliaanse promovendus Ricardo Alferes en studente Minta Harris uit Saint Lucia vertellen graag hun verhaal om anderen te helpen. Want alleen naar een universiteit in het buitenland gaan, is al spannend. Als je dan ook nog eens in een lockdown terechtkomt en bijna twee jaar niet terug naar huis kunt, kan het aardig gaan rondspoken in je hoofd.

“Het is net of ik opnieuw in mijn eerste jaar zit aan de TU/e”, zegt de 21-jarige Minta Harris, tweedejaars bachelorstudent bij de faculteit Built Environment. “Sinds we weer op de campus mogen komen, leer ik de gebouwen en leuke plekjes kennen. Ik weet nu bijvoorbeeld pas hoe dit restaurant heet”, zegt ze over Brownies&downies in Atlas, waar het gesprek plaatsvindt.

“Ik ontmoet nieuwe mensen, praat met ze. Ik heb meegedaan aan activiteiten in de Diversity Week in oktober. Ik was al lid van studentenbeleggingsvereniging BNR Beurs, maar we kwamen altijd online samen. Ik heb afgelopen maand mijn eerste biertje ooit op de campus gedronken, na een bijeenkomst van BNR Beurs in Hubble. Elkaar in het echt zien, was fantastisch, maar tegelijkertijd ook uitputtend. Ik heb nu pas het idee dat ik het studentenleven leef.”

Minta in Atlas. Foto: Vincent van den Hoogen

Gamechanger

De Braziliaanse promovendus Ricardo Alferes (31) had een vergelijkbaar gevoel van verlichting toen hij lid werd van het Studentensportcentrum op de campus. “Dat was echt een gamechanger voor mij. Ik kwam in een groep terecht met meer expats, waarin ik me echt welkom voelde. Na al die maanden op mijn kamer in Aurora kwam ik weer onder de mensen! Sport is met recht een fysieke en sociale activiteit. Natuurlijk wordt je lichamelijk moe van oefeningen doen, maar ik krijg er tegelijkertijd zoveel energie van. Ik heb ook weer meer zin om dingen te ondernemen.”

Zijn gouden tip aan nieuwkomers is dan ook ‘word lid van het sportcentrum’. “Onderschat niet hoe belangrijk het is om een netwerk om je heen te creëren. Om mensen te vinden met wie je leuke dingen kunt doen. Ik vond dat in het sportcentrum.”

Ricardo op zijn kamer in Aurora. Foto: Vincent van den Hoogen

Lockdown blues

Als we Ricardo en Minta spreken, zitten ze lekker in hun vel. Ze zijn opgewekt, positief en zitten vol energie en plannen. Dat was tijdens de lockdown wel anders. Alhoewel ze allebei in september 2020 vol goede moed begonnen aan hun studie en promotietraject, was het in de lockdown niet gemakkelijk om die goede vibe vast te houden.

Vanuit zijn kamer in Aurora op de campus zag Ricardo soms dagenlang niemand. “Ik kende de campus eigenlijk alleen als een lege plek. Pas sinds afgelopen september krijg ik een beetje een idee hoe het er hier uit ziet en aan toe gaat in normale tijden. Er is leven op de campus, de Dutch Design Week en lichtkunstfestival GLOW brachten veel mensen op de been. Nu pas weet ik dat er altijd wel iets te doen is hier, dat is heerlijk om te zien.”

Geen normale start

Terugkijkend weet Ricardo dat hij geen normale start van zijn PhD-periode heeft gehad. “De coronacrisis had zeker impact op mijn werk.” Hij doet onderzoek naar de samenstelling van het betonmengsel dat gebruikt wordt voor de betonprinter waarmee ook de Milestone-huizen zijn geprint. “Ik kijk onder meer naar hoe je betonprinten efficiënter kunt maken, omdat er bij betonproductie grote hoeveelheden CO2 vrijkomt.”

Alferes’ onderzoek vraagt veel labwerk, maar die ruimtes waren tijdens de coronacrisis beperkt en enkel op intekening beschikbaar. “Voor sommige experimenten moest ik dagelijks metingen komen doen, die konden niet wachten. En als experimenten niet zo liepen als gepland, kon je niet langer blijven om het te herhalen.”

Foto: Vincent van den Hoogen

Soms sprak ik hele dagen niemand. Als ik dan iets moest zeggen, liet mijn stem het afweten

Promovendus Ricardo Alferes

Maar vooral mentaal trok het geïsoleerd werken een wissel op Ricardo: “Je komt niet spontaan een collega tegen met wie je een praatje maakt bij de koffieautomaat en die je op nieuwe ideeën brengt. Online is gewoon anders. Soms werkte ik dagenlang thuis vanuit mijn kamer en zag ik niemand. Ik grapte in die tijd wel eens tegen mijn vrienden dat ik hele dagen niet sprak en als ik dan iets moest zeggen, liet mijn stem het afweten.”

Je eigen leven

Alhoewel studente Minta Harris midden in de coronacrisis begon aan de TU/e, ervoer ze de sfeer en het leven in Eindhoven half juli 2020 als redelijk relaxed. Vanuit haar appartement in The Spot regelde ze voor het eerst haar eigen leven. “Er was toen best veel mogelijk. Je moest een mondkapje dragen, maar je kon naar de dierentuin of een restaurant. Toen het collegejaar begon, werd het weer strenger. Lessen waren vooral online; ik kwam maar een of twee keer per week op de campus voor een college. Ik ben iemand die houdt van interactie, ik heb altijd vragen die ik nog wil stellen, maar dat kon niet. Ik kende de campus niet, kende geen mensen. Het was moeilijk om contact te leggen als nieuweling.”

Maar ze trok het; ze deed haar huiswerk, volgde colleges, zorgde voor zichzelf en haar appartement. In december werd het zwaarder voor Harris: “Ik werkte dacht en nacht richting de tentamens. De winter zette in en ik stond op in het donker en werkte door tot diep in de nacht. Mensen ontmoeten was niet mogelijk in die tijd, terwijl ik daar juist zoveel energie van krijg. Ik vond het moeilijk om gemotiveerd te blijven, voelde me opgesloten in mijn appartement. Ik was zelfs gestopt met de dingen doen waar ik normaal zo van hield, zoals wandelen en schrijven. Ik had last van de winterblues, maar wist niet hoe ik eruit moest komen.”

Minta in haar appartement. Foto: Vincent van den Hoogen

Ik kreeg paniekaanvallen. Was bang om naar de supermarkt te gaan, bang om de camera aan te zetten in online meetings

Minta Harris, bachelorstudente Built Environment

Het hielp niet dat haar geplande reis naar huis, naar het Caribische eiland Saint Lucia, in de kerstvakantie 2020 niet doorging. “Ik keek er zo naar uit om mijn ouders en familie te zien, en mijn vriend, met wie ik een langeafstandsrelatie had. Door het tijdsverschil met Nederland sprak ik hen weinig. Ik had al mijn geld uitgegeven aan kerstcadeautjes toen ik hoorde dat ik niet naar huis kon reizen. Ik stortte in en heb een week lang gehuild.”

Van daaruit ging het van kwaad naar erger. “Januari en februari waren donker en duister voor me. Ik had moeite om mijn vakken bij te houden, maakte mijn huis niet meer schoon. Ik at alleen ontbijt, mijn geld was op, ik had last van mijn maag. Ik kreeg angstaanvallen. Ik was bang om naar de supermarkt te gaan, was bang om de camera aan te zetten bij online meetings. Het weer maakte het er ook niet beter op. In Saint Lucia kennen we geen winter, daar is het altijd lekker weer.”

Mentale hulp

Ze maakte een afspraak met een psycholoog aan de TU/e. “Die had ik in november ook al gesproken, toen voelde ik me al niet goed. Maar het was niet genoeg voor me. Ze keek vooral naar universiteitsgerelateerde zaken, niet naar mijn persoonlijke problemen, dingen die de coronacrisis veroorzaakte. Het hielp, maar niet genoeg, dus ik zocht mentale hulp buiten de universiteit.”

En die gesprekken hielpen; langzaam maar zeker klom Minta uit het dal. “Toen in de zomer de maatregelen losser werden en we weer naar de campus mochten komen, ging het wat beter met me.” Dat ze in juli en augustus terug naar huis kon, bijna twee jaar na haar vertrek, maakte veel goed. “Al had ik wel een omgekeerde cultuurshock. Ik was vergeten hoe dingen gaan op Saint Lucia, was zo gewend aan het Nederlandse leven inmiddels. Maar het voelde zo goed. Ik werd weer mezelf. Tijdens de lockdown was ik dat geenszins, ik zie de verschillen nu goed.”

Ricardo in het lab in Vertigo. Foto: Vincent van den Hoogen

Vrienden

Zonder zijn vrienden had promovendus Ricardo het niet gered, weet hij zeker. “Toen ik mijn keuze maakte waar ik wilde gaan promoveren, heb ik zwaar laten meewegen dat er al een vriend van me aan de TU/e studeerde. Bovendien woonden er al twee vrienden van me in Eindhoven. Dat bleek een goede keuze toen alles op slot ging door corona.” Ze fungeerden als zijn levenslijn in die donkere periode. “Zij zijn voor mij de familie die ik heb gekozen. Ze hielpen me met praktische zaken, zoals waar koop je je eten, hoe kom je het makkelijkste in het centrum, waar haal je medicijnen? Maar vooral mentaal waren ze van grote waarde voor mij. Ik weet niet of ik hier doorheen was gekomen zonder hun steun.”

“Toen ik in Eindhoven kwam, was de coronasituatie in Brazilië heel slecht. Ik kon niet eens normaal afspreken met mijn vrienden om afscheid te nemen. In Eindhoven kwam ik in de summer of love, waarin alles wat losser was. Dat was best een schok voor me. Mijn eerste weken waren redelijk normaal: ik ging naar het lab, ontmoette mijn nieuwe collega’s.”

Maar toen de maatregelen weer strenger werden, werd het dagelijkse leven van Alferes door het verplicht thuiswerken een stuk eenzamer. “Je kunt je voorstellen dat ik enorm blij was dat ik al een paar vrienden had. Maar er waren ook dagen bij dat ik me behoorlijk eenzaam voelde. Dat heb ik normaal ook wel eens, maar tijdens de pandemie veel meer. Dus zocht ik hulp bij een psycholoog aan de universiteit.”

Het is zo fijn om te horen dat je niet de enige bent die worstelt. Dan kun je het beter accepteren

Promovendus Ricardo Alferes

Die gesprekken hielpen hem: “Ik zat aan het begin van mijn PhD, het land, de universiteit, mijn collega’s, het werk: alles was nieuw. Ik had het gevoel dat ik mijn werk niet goed genoeg kon doen door corona en daar voelde ik me schuldig over. Dankzij de gesprekken leerde ik dat ik niet zo hard moest zijn voor mezelf. Het hielp me om vanuit een ander perspectief te kijken. Als je zoveel alleen bent, krijg je alleen nog maar interne input in je hoofd en praat je tegen jezelf. Toen ik met collega’s durfde te praten over mijn problemen, leerde ik dat zij ook problemen hadden in hun eerste jaar. Het is zo fijn om te horen dat je niet de enige bent. Dan kun je het ook beter accepteren.”

Minta leeft eindelijk het Eindhovense leven. Foto: Vincent van den Hoogen

Toekomst

Minta ziet de toekomst zonnig tegemoet. “Ik ben weer mezelf, heb de angstige Minta losgelaten.” Haar vriend studeert inmiddels ook aan de TU/e en is bij haar ingetrokken. “Mijn appartement voelde zo donker en leeg, maar nu is hij er. Het is zo belangrijk om gezelschap te hebben. En hij kan ook nog eens goed koken”, grapt ze. “Ik ben nu niet bang voor het aanscherpen van de coronamaatregelen in Nederland, want nu ken ik mijn valkuilen.”

De campus heeft zich de afgelopen periode voor haar geopend en ze vindt haar weg, ontmoet nieuwe mensen en leeft het leven als internationale student dat ze in eerste instantie voor ogen had.

“Ik hoop over 3,5 jaar mijn bachelor hier af te ronden en daarna wil ik reizen. Verschillende plaatsen en culturen zien. En ik wil verder schrijven aan mijn fantasy trilogie. Het eerste boek is af. Ik houd van schrijven en me creatief uiten. Ik doe het vooral voor mijn eigen plezier. Schrijver worden voor mijn werk ambieer ik niet. Dat zou alle lol eruit zuigen. Als architect creëer je iets voor een ander, je visualiseert iemands wensen of visie. Dat vind ik heel mooi om te kunnen doen.”

Ricardo beoefent capoeira in het sportcentrum. Foto: Vincent van den Hoogen

Genieten van het leven in Eindhoven

Ricardo voelt zich een stuk beter nu. “Het was een combinatie van factoren die ervoor zorgde dat ik me zo slecht voelde. Toen de lockdown wat losser werd, ik steeds beter in mijn rol als promovendus kwam, en ik naar het Studentensportcentrum kon gaan, veranderde er veel voor me. Ik kwam meer onder de mensen, werd actiever, kreeg meer energie.”

Hij vreest deze winter dan ook niet: “Ik ben een compleet andere persoon dan vorige winter. Ik hoop met de kerst naar huis te gaan om mijn familie op te zoeken. Achteraf gezien is het moment nu veel beter; ik ben blij dat ze mij in goede doen zullen zien. Het is belangrijk voor mijn ouders om te weten dat het goed met mij gaat. Ik heb niet echt laten zien dat het slecht ging met me vorig jaar. Ze weten dat ik slechte dagen had, maar het heeft geen zin om ze alles te vertellen. Dan zouden ze zich alleen maar zorgen maken, terwijl ze er niets aan kunnen veranderen. Ze zien dadelijk hun zoon die het goed doet en gelukkig is, ik geniet van het leven in Eindhoven.”

Sterk in de storm

‘We zitten dan wel in dezelfde storm, maar niet in hetzelfde schuitje’, zo is tijdens de coronacrisis al vaak gezegd. Mensen zien zich zowel in hun werk als privéleven geconfronteerd met heel diverse, persoonlijke uitdagingen en vinden daar ieder op hun eigen manier hun weg in - met veerkracht, vallen en opstaan.

De TU/e ziet hoe ook haar studenten en medewerkers zich tijdens de pandemie veerkrachtig hebben getoond; hoe ze niet alleen zichzelf, maar ook elkaar en de universiteit overeind helpen houden in soms wankele tijden. En dat maakt het lustrumthema van de 65-jarige universiteit, ‘Heroes like You’, dit jaar toepasselijker dan we ooit hadden kunnen vermoeden. Elke maand zet de universiteit op deze plek daarom een groep TU/e’ers extra in het zonnetje voor hún ‘heldendaden’, hoe ogenschijnlijk klein of groot ook.

De helden van de maand december zijn onze internationals - zowel studenten als medewerkers. Tijdens de coronacrisis moesten zij, op grote afstand van hun familie en vrienden in hun thuisland, hun weg zien te vinden. In een land, stad en universiteitscampus die op slot zaten.

“Het is immens zwaar geweest voor onze internationals in de coronaperiode. Verstoken van hun familie hebben zij hun studie en werk online moeten oppakken, terwijl de eenzaamheid op de loer lag. We zagen dat het extra zwaar voor hen was, en hebben daarom ook geprobeerd om waar kon dingen op touw te zetten voor deze groep”, zegt Robert-Jan Smits, voorzitter van het College van Bestuur. “Ik ben trots op hoe zij hebben doorgezet, het tekent hun drive en doorzettingsvermogen. Maar het blijft de komende tijd belangrijk dat we oog blijven houden voor elkaar, en vooral voor deze groep.”

Brigit Span
(Corporate Storyteller)

Meer over onze strategie

Blijf ons volgen