‘De default is niet langer enkel onderzoek’
Academisch carrière maken kan dankzij Erkennen en Waarderen voortaan in drie profielen: Onderzoek, Onderwijs en Impact.
Onze universiteit heeft drie taken: het geven van onderwijs, het doen van onderzoek en het realiseren van impact - wat kan de maatschappij met ons onderwijs en onderzoek? Op alle drie deze gebieden kunnen academici aan de TU/e voortaan carrière maken, dankzij Erkennen en Waarderen. Eind dit jaar start een pilot met de drie profielen Onderzoek, Onderwijs en Impact, maar rector Frank Baaijens nodigt wetenschappers die nu al weten waar hun hart ligt, uit dat vooral kenbaar te maken.
Onderwijs geven wordt niet altijd gezien als bevorderlijk voor je academische carrière. Zo antwoordde meer dan de helft van de TU/e-deelnemers (wetenschappelijk personeel) aan de Teaching Cultures Survey in 2019 op de vraag ‘Is het geven van onderwijs bevorderend of belemmerend voor promoties binnen onze universiteit?’, dat het belemmerend is voor de carrière.
In april start de tweede enquête van het langlopende onderzoek van Ruth Graham aan onder andere onze universiteit onder het wetenschappelijk personeel. Rector Frank Baaijens en hoogleraar Jan van der Veen van de Eindhoven School of Education zijn benieuwd of die vraag deze keer - met het nieuwe systeem Erkennen en Waarderen in het achterhoofd - anders beantwoord gaat worden. “Het debat is geopend”, zegt Van der Veen.
Schrikbeeld
Hoogleraar worden of promotie krijgen hangt dankzij Erkennen en Waarderen niet meer enkel af van hoe goed je onderzoek is. De basis blijft een combinatie van onderwijs en onderzoek, maar ook als je voor het profiel Onderwijs of Impact gaat, kun je stijgen op de academische ladder. Wél met de juiste eisen natuurlijk. “Ik merk dat er een beetje een schrikbeeld leeft dat als je een 7 krijgt voor je onderwijsevaluatie je dan al carrière kunt maken in onderwijs”, zegt Van der Veen.
Baaijens vult aan: “We kijken naar zogeheten aanwijsbare resultaten waaruit duidelijk blijkt dat je iets bijzonders hebt gedaan. Dat je uitstekend, innovatief onderwijs geeft, waarmee je impact hebt en anderen jouw voorbeeld volgen. Dat je internationale erkenning hebt voor je onderwijs, wat bijvoorbeeld blijkt uit het winnen van een onderwijsprijs, het binnenhalen van externe funding voor een onderwijsinnovatie, dat je een lezingen geeft bij internationale congressen, en dat je gepubliceerd hebt over je onderwijs.”
Van der Veen: “Je kunt in je jaargesprek ook afspraken maken dat je bijvoorbeeld een nieuwe master quantum technology gaan opzetten die een x aantal studenten trekt. Of serieuze inspanning leveren in de herziening van het Bachelor College die momenteel loopt.”
Je moet niet enkel bezig zijn met hoe je carrière moet verlopen. Het is belangrijk dat je lol in je werk hebt, en er energie van krijgt.
Rector Frank Baaijens
“Het allerbelangrijkste”, zegt Baaijens, “is dat je niet enkel bezig bent met hoe je carrière moet verlopen. Je moet vooral lol in je werk hebben en er energie van krijgen. Als mensen een enorme drive hebben in onderwijs, laat ze zich dan langs dat pad ontwikkelen en geef ze daar dan ook de waardering voor. Erkennen en Waarderen biedt de mogelijkheid om je passie te volgen en je persoonlijke ambitie te verenigen met de belangrijke taken die de universiteit heeft.”
Vertrouwen
De grootste uitdaging bij de invoering van Erkennen en Waarderen is voor Baaijens dat mensen er vertrouwen in krijgen. “Ze moeten merken dat het ons menens is en dat we ernaar gaan handelen. Dat het echt leidt tot een verandering in de manier waarop we naar loopbanen kijken.”
“Het feit dat het nieuwe systeem aan alle Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstituten wordt uitgerold, zou al vertrouwen moeten wekken”, zegt Van der Veen. “Mensen zullen eerst willen zien en dan pas geloven”, denkt Baaijens. “Het vraagt consistentie en commitment om het goed te implementeren.”
De BAC’s, de beoordelingsadviescommissies aan de TU/e die gaan over aanname van nieuw personeel en bevorderingen, spelen een sleutelrol in het slagen van Erkennen en Waarderen. “Als mensen met het gevoel ‘het ging alleen over mijn publicaties’ uit een BAC komen, dan geven we een verkeerd signaal af”, zegt Baaijens. “Het zal een tijdje duren voordat we de juiste gesprekken voeren en het juiste oordeel vellen, dat is ook niet verwonderlijk als je al 65 jaar op dit pad hebt gezeten. Het belangrijkste is dat we eraan werken om in de juiste modus terecht te komen.”
Promovendi die hun BKO willen halen, horen nog wel eens ‘richt je maar beter op je onderzoek’. Daar moeten we vanaf.
Hoogleraar Jan van der Veen
Baaijens ziet ook een belangrijke rol weggelegd voor de circa zestig leden van de drie Interfacultaire Commissies (IFC) die de TU/e telt. “Zij zijn nauw betrokken bij het traject rondom Erkennen en Waarderen en schuiven aan bij zittingen van BAC’s - dat zijn er jaarlijks gemiddeld zo’n 160. Zij kunnen als ambassadeurs optreden voor het programma en kunnen mee monitoren. Want het vraagt toch om een cultuuromslag, een andere manier van gesprekken aangaan.”
“Bij een BAC zag je vaak dat werd gekeken naar hoeveel je hebt gepubliceerd, en of er geen klachten waren over je onderwijs. Nu zeggen we ‘Ben je met vernieuwingen in het onderwijs bezig geweest - en wat is daar de impact van?’. We zoeken veel meer naar gelijkwaardigheid tussen onderwijs, onderzoek en impact. Als je op onderzoeksgebied groeit, neemt je internationale reputatie toe en ook je impact. Dat moet ook voor onderwijs gebeuren”, zegt Baaijens. “We willen institutional leaders krijgen voor onderwijs, net als we in onderzoek hebben.”
Die cultuurverandering zit ook in andere zaken. Van der Veen geeft een voorbeeld: “Promovendi die hun Basiskwalificatie Onderwijs willen halen, horen nu nog wel eens van hun prof dat ze zich beter op hun onderzoek kunnen richten en die BKO maar moeten laten zitten. Terwijl dat de entree is voor je carrière. Daar moet je al een ander geluid laten horen als universiteit.”
Onderwijskampioenen
Dat wetenschappers kunnen kiezen uit meer dan alleen onderzoek om in uit te blinken, vraagt bij de vakgroepen en faculteiten om een andere denk- en werkwijze. Baaijens: “De default is niet langer enkel onderzoek”, stelt Baaijens. Van der Veen voegt toe: “Het gevoel moet gaan leven dat het strategisch belangrijk is om ook toppers te hebben op het gebied van onderwijs.”
“Een groepsleider moet anders gaan nadenken over de verdeling van taken en aandachtsvelden binnen het team. Klopt het totaalplaatje? Binnen een groep van tien mensen kan het natuurlijk niet zo zijn dat acht zich willen focussen op onderwijs. Bovendien moet het totaalplaatje ook passen binnen de ambities en plannen van betreffende faculteit”, aldus Baaijens.
Afspraken maken
Verwachtingsmanagement speelt een grote rol in het succesvol implementeren van de drie profielen. “Je moet vooraf goed afspreken wat mensen dan moeten laten zien”, zegt Baaijens. Daar komt het narratief cv om de hoek kijken. “Hierin maken wetenschappers duidelijk waarom ze dit willen. Ze vertellen wie ze willen zijn en hoe ze zichzelf denken te gaan ontwikkelen als ze zich gaan specialiseren in een van de profielen. Daar start alles mee.”
“We vragen wetenschappers als ze opgaan voor een promotie bij een BAC ook om terug te kijken op hun onderzoek en onderwijs, op wat ze bereikt hebben, ook op het gebied van impact. En ze moeten reflecteren op hun leiderschapsprofiel. Hoe begeleid ik mijn promovendi, wat zijn mijn skills op het gebied van samenwerken? We willen van hen weten waar ze trots op zijn; van het halen van grants, tot het gepubliceerd krijgen van een artikel of data, het verkopen van patenten aan een bedrijf of het spreken op een internationale conferentie over je onderwijsinnovatie.”
De drie profielen
Vanaf het moment dat je UD1 (universitair docent) bent, en op weg bent naar universitair hoofddocent, kun je vanaf volgend collegejaar een keuze maken voor het profiel onderzoek, onderwijs of impact. De keuze voor een profiel wordt in een persoonlijk ontwikkelingsplan kenbaar vastgelegd. Baaijens: “Dat zal natuurlijk wel moeten worden afgestemd met de faculteit. We vinden teamwetenschap steeds belangrijker en je hebt in elk team mensen met verschillende kwaliteiten nodig, maar er moet wel balans blijven.”
Baaijens benadrukt dat het niet zo is dat iedereen in alle drie de domeinen moet excelleren. “Dat is juist níet de bedoeling. Het gaat om accenten leggen. Je hebt altijd een basisniveau nodig in onderzoek, onderwijs en impact, maar je legt het accent op één van die gebieden.”
Hoeveel wetenschappers zullen kiezen voor bijvoorbeeld het onderwijsprofiel? “Dat is heel moeilijk in te schatten”, zegt Baaijens, “maar als een op de tien zich gaat richten op excelleren in het onderwijsprofiel, zou dat al een heel behoorlijke stap zijn. We moeten af van het ongemak dat onderwijs nu als ‘minder’ wordt beschouwd dan onderzoek.” Van der Veen vult aan: “Als je van een handjevol naar grotere aantallen gaat, wordt het steeds normaler dat mensen voor een onderwijsprofiel kiezen.”
Onzekerheden
De criteria voor de drie profielen zijn besproken met de Eindhoven Young Academy of Engineering, waar jonge onderzoekers zitting in hebben. “Zij voelden wat onzekerheid over de keuze voor een bepaald profiel. Stel dat ik een ander profiel kiest dan onderzoek en dat de universiteit hier na een paar jaar mee stopt, wat dan? En wat als ik de overstap naar een universiteit in het buitenland maak, hoe kijken ze dan tegen mijn keuze aan?”
“Het is geen fuik”, zegt Baaijens. “Het is prima denkbaar dat je een aantal jaren grote stappen maakt in onderzoek en dan even iets minder in beeld bent voor onderwijs. Dat betekent niet dat je later niet toch voor een onderwijsprofiel kunt gaan. Of omgekeerd. Het is aan ons als universiteit om mensen te helpen hiermee.”
Van der Veen vertelt dat verschillende internationale universiteiten ook werken met narratieve cv’s en andere profielen dan enkel onderzoek. “Aan Cornell University en UCL Londen gebeurt het al en wij kijken naar hoe zij dit hebben gedaan. In juni komen we bij elkaar met internationale technische universiteiten om te bespreken waar iedereen staat in dit proces.”
De Teaching Cultures Survey
In 2019, 2022 en in 2024 doet de TU/e mee aan de Teaching Cultures Survey van Ruth Graham. Dit langlopende onderzoek moet een beeld geven van de onderwijscultuur en -status aan internationale universiteiten. In 2019 deden er 21 universiteiten en instituten uit 10 landen mee aan het onderzoek. Dit jaar doen zo’n 20-25 universiteiten mee. Van 12 tot en met 26 april kan het wetenschappelijk personeel met onderwijstaken aan de TU/e de enquête invullen - dit duurt ongeveer 5 minuten. Ze ontvangen daarvoor een uitnodiging in hun mailbox. Het rapport van het onderzoek wordt in oktober verwacht.
In de tweede helft van dit jaar draaien drie faculteiten een pilot met de drie profielen en het narratief cv. Baaijens: “We willen kijken hoe het werkt, of we niks vergeten zijn, en of de leden van de BAC’s hiermee overweg kunnen. Leidt dit tot het juiste gesprek en het juiste oordeel?”
In 2023 worden de profielen en het narratief cv universiteitsbreed uitgerold. Baaijens verwacht niet dat er direct veel andere profielen dan onderzoek worden gekozen, maar roept wetenschappers die die keuze al willen maken op om dat te laten weten.
Baaijens en Van der Veen zijn benieuwd of de sentimenten over het waarderen van onderwijs in de enquête van dit jaar al veranderd zullen zijn. “Ik denk dat dat te snel is. In 2024 verwacht ik wel echt verschil”, zegt Baaijens. “In 2024 zijn we echt in bedrijf met de profielen en hebben we laten zien dat Erkennen en Waarderen meer is dat een papieren rapport, dat mensen echt de kans krijgen om hun passie te volgen.”