Verander het systeem, niet het klimaat

9 september 2022

“Alleen door verregaande samenwerking, ook in de wetenschap, kunnen we de klimaatverandering nog onder de 1,5 graad opwarming houden.” Daarvoor pleit Heleen de Coninck tijdens haar intreerede aan de TU/e.

Heleen de Coninck. Foto: Bart van Overbeeke

Al vanaf jonge leeftijd voelt Heleen de Coninck de urgentie om de kennis over milieuvraagstukken te vergroten. Niet alleen die van haarzelf, maar ook van de mensen om haar heen. Als hoogleraar aan de TU/e en hoofdauteur van invloedrijke IPCC-klimaatrapporten probeert ze met gedegen onderzoek te helpen klimaatverandering wereldwijd in te dammen. Vandaag staat zij daarbij stil in haar oratie.

Heleen de Coninck is een veelgevraagd onderzoeker en spreker in binnen- en buitenland als hoogleraar Technology, Innovation & Society aan de faculteit Industrial Engineering and Innovation Sciences, onderzoeker bij EIRES en associate professor Innovation Studies and Sustainability aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Vandaag is bij uitstek een dag om stil te staan bij haar rol en de invloed die ze heeft.

“Van die noodzaak tot impact ben ik me heel erg bewust. Als wetenschapper ben ik absoluut gedreven door de impact die ik kan hebben met mijn werk. Zeker vergeleken met collega’s die meer vanuit wetenschappelijke nieuwsgierigheid in hun vakgebied staan,” vertelt de Coninck. “Maar aan maatschappelijke betrokkenheid ontkom je in de klimaatwetenschap ook haast niet. Alles rondom klimaat is inmiddels politiek beladen. Ook de keuzes die je maakt in je onderzoek en de onderzoeksonderwerpen, dat is onvermijdelijk.”

Jong geleerd is oud gedaan

Het gevoel dat er iets moest gebeuren, had De Coninck al op 12-jarige leeftijd. Toen startte ze met het verzamelen van kennis en het verspreiden ervan, al was dat toen nog via een bescheiden nieuwsbrief met praktische adviezen. Daar is ze nooit mee gestopt. Tijdens haar studie scheikunde en milieukunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen maakte ze kennis met het onderzoeken van de samenhang tussen oorzaken en gevolgen.

Via haar internationale afstudeeronderzoek en onderzoeksfuncties daarna, maakte ze kennis met de internationale samenwerking op het vlak van klimaatonderzoek. “Dat is nog steeds wat mij sterk aantrekt en motiveert. Alles hangt immers samen als het gaat om het klimaat”, vertelt De Coninck. “Ook de oplossingen voor het beperken van de klimaatverandering zijn alleen mogelijk met internationale samenwerking.”

“Dat we het klimaat veranderen is overduidelijk, en ook dat dat rampzalige gevolgen gaat hebben. Om dat te voorkomen moeten systemen die bijdragen aan de klimaatverandering veranderen. En dan bedoel ik systemen in de breedste definitie. Denk bijvoorbeeld aan de transport- en mobiliteitssector. Alleen door benzineauto's te vervangen door elektrische auto’s los je daar het probleem niet op, maar creeër je nieuwe problemen. We moeten ook kijken naar de vraag naar mobiliteit en hoe die op een andere manier ingevuld kan worden (te voet, op de fiets of met het OV), of dat bijvoorbeeld door hybride werken de behoefte veranderd kan worden. Er blijven waarschijnlijk wel auto’s nodig, en elektrisch rijden levert zeker minder broeikasgassen op, maar het kan niet de enige oplossing zijn waar we op inzetten. Systeemtransities in mobiliteit moeten verder gaan."

"Dergelijke transities omvatten veel belangen en kennen veel betrokkenen. Het werkt alleen als een kritische massa wil handelen en veranderen. Samen kunnen we de temperatuurstijging nog onder de kritische grens van 1,5 OC opwarming houden”, vult de Coninck aan. “En wat niet vergeten moet worden, is dat de oplossingen die we zoeken en ontwikkelen, ook rechtvaardig moeten zijn. Dat betekent dat er gekeken moet worden naar draagkracht, maar ook naar de veroorzakers.”

Verbinding vergroot effect

Met haar bijdragen aan IPCC als een van de hoofdauteurs van het rapport van april 2022, zoekt De Coninck actief de internationale samenwerking en verbinding op. Ook in Nederland liggen er kansen. In een vandaag verschenen rapport adviseert een taskforce in opdracht van NWO en KNAW over het organiseren van klimaatonderzoek in Nederland in een nieuw samenwerkingsverband: Klimaatonderzoek Initiatief Nederland (KIN). De Coninck was voorzitter van deze taskforce (zie kader).

Klimaatonderzoek Initiatief Nederland

“We zullen anders naar systemen zoals voedsel of mobiliteit moeten kijken, maar we kunnen ons nog moeilijk een voorstelling maken van de urgente veranderingen die nodig zijn om de klimaatrisico’s te beperken. Daarvoor blijft wetenschappelijk onderzoek nodig, om samen met de praktijk meteen strategieën te kunnen ontwikkelen en uitvoeren. We hebben geen tijd te verliezen,” aldus De Coninck, die voorzitter was van de taskforce.

“Om de ambities van het KIN te realiseren, moet ook de wetenschap zélf veranderen. We moeten beter samenwerken om ‘missies’ te realiseren. Het KIN moet zich dienstbaar opstellen aan de samenleving, en veel sneller resultaten leveren om relevant te zijn. Dat vergt andere vaardigheden van onderzoekers. Het betekent ook dat we niet primair moeten sturen op wetenschappelijk interessante uitkomsten, maar dat maatschappelijke impact cruciaal is. En vanzelfsprekend vergt dat multidisciplinaire samenwerking van wetenschappers.”

Het rapport van de taskforce komt vandaag uit. Het is al aangeboden aan de besturen van NWO en KNAW, die het hebben omarmd en momenteel werken aan een implementatieplan.

The six enabling conditions for accelerating systems transitions in the IPCC SR1.5. Bron: Heleen de Coninck

Systeemverandering en hoop

In haar intreerede staat De Coninck ook uitgebreid stil bij haar eigen onderzoeksagenda. “Het is mijn centrale onderzoekshypothese dat als door meerdere partijen de voorwaarden geschapen worden om systeemveranderingen mogelijk te maken, dat het dan een grote kans van slagen heeft.

Uit onderzoek naar systeemtransities en systeemdynamica blijkt dat het soms ook heel snel kan gaan, doordat die condities elkaar versterken in een soort sneeuwbaleffect. En die versnelling is nodig om onder de 1,5 OC opwarming te blijven. En ik denk dat dat nog steeds mogelijk is,” zegt De Coninck. Zij illustreert dit punt door te laten zien welke puzzelstukken er zijn volgens IPCC-rapporten, waarbij ze benadrukt dat alle stukken even hard nodig zijn om de benodigde veranderingen te bewerkstelligen.

“Al zijn ze allemaal belangrijk, je ziet toch dat met name de technologie en beleidsinstrumenten (zoals beprijzing, subsidies en belastingvoordelen) populair zijn bij de beslissers. Hoe verleidelijk het ook is om te geloven in technologie als de enige oplossing, denk ik dat het kortzichtig is om daar alleen op in te zetten. Het moet hand in hand gaan met manieren waarop de technologie ingezet kan en gaat worden. En het moet rechtvaardig gebeuren, voor alle betrokken in de keten”, vult De Coninck verder aan.

En dat brengt ons terug bij de meest gestelde vraag aan De Coninck, namelijk of zij een activist is. “Ik heb daar veel over nagedacht. In een ander onderzoeksgebied, bijv. naar de ziekte Parkinson, is het prima om je als wetenschapper ‘activist’ te noemen. Maar in de klimaatwetenschap ligt dat net even anders.

Toch brengt die vraag me altijd terug bij mijn 12-jarige activistische zelf. Ik ben nu een wetenschapper, maar wel een die het als haar plicht beschouwt om via de wetenschap de wereld een betere plek te maken, zowel sociaal als ecologisch. Ben ik dan een activist? Ik weet het eerlijk gezegd niet, maar het is een vraag waar ik de komende jaren over na zal blijven denken.”

Intreerede

De intreerede is live te volgen op YouTube en kan daar ook later worden teruggekeken. Download de volledige oratie hier.

Nicole van Overveld
(Science Information Officer)

Meer over Duurzaamheid

Het laatste nieuws

Blijf ons volgen