Thuis revalideren voor hartpatiënten even effectief als in het ziekenhuis
In de coronapandemie is veel zorg noodgedwongen digitaal verleend. Voor hartpatiënten zou dat juist een uitkomst kunnen zijn, blijkt nu uit promotieonderzoek van de TU Eindhoven. Het volgen van een hartrevalidatieprogramma – van levensbelang na een hartinfarct of een plotselinge dotterbehandeling – kan namelijk net zo goed thuis als in het ziekenhuis worden gevolgd. Dat concludeert promovendus Rutger Brouwers uit het meest grootschalige onderzoek naar ‘telerevalidatie’ tot nu toe. Tijd dus om deze vorm van e-health op grote schaal in te voeren, vindt Brouwers, die vrijdag 11 februari promoveert bij de faculteit Industrial Design.
Deelname aan hartrevalidatie vermindert bij patiënten met coronaire hartziekten (aandoeningen van de kransslagaders) hun ziektelast en kans op overlijden, verbetert hun kwaliteit van leven en zorgt voor een afname van zorgkosten.
Meestal vindt het beweegprogramma van het hartrevalidatietraject plaats bij de afdeling fysiotherapie in het ziekenhuis. Dat betekent voor de patiënten dat ze bijna drie maanden lang twee keer per week naar het ziekenhuis gaan voor training onder begeleiding van een fysiotherapeut.
“Dit blijkt voor veel patiënten een te grote drempel, met als gevolg dat minder dan de helft van de patiënten meedoet aan reguliere hartrevalidatie in het ziekenhuis”, zegt Rutger Brouwers, arts-onderzoeker bij het Máxima Medisch Centrum in Eindhoven en onderzoeker bij de Future Everyday-onderzoeksgroep van de faculteit Industrial Design van de TU/e.
Ook de kans op terugval is nu groot. “Patiënten vallen na intensieve begeleiding helaas vaak terug in hun oude leefpatroon, terwijl het verbeteren van leefstijl het risico op een nieuwe hartaandoening flink verkleint. Daarom is er dringend behoefte aan innovatieve revalidatiemethoden, die ervoor zorgen dat méér patiënten deelnemen, en minder patiënten terugvallen.”
SmartCare-CAD
Brouwers onderzocht in samenwerking met Máxima MC (MMC) zo’n innovatieve revalidatiemethode, die je gewoon thuis kunt volgen. “Daarbij wordt gebruik gemaakt van draagbare sensoren (zoals een hartslagmeter) en communicatie via bijvoorbeeld telefoon of videobellen.”
Deze zogeheten ‘telerevalidatie’ heeft verschillende voordelen voor de patiënt: minder reistijd, minder ziekenhuisbezoeken, direct inzage in hun gegevens en voortgang en daarmee regie over de behandeling.
Maar al langer is de vraag: wat is nu beter? Thuis revalideren of in het ziekenhuis? Op basis van onderzoek onder 300 hartpatiënten in de SmartCare-CAD studie – het meest grootschalige onderzoek tot nu toe – blijkt nu dat beide methodes even goed werken voor zowel de patiënten die thuis trainden als de patiënten in het ziekenhuis: na een jaar bewegen ze meer, zijn fysiek fitter, ervaren een hogere kwaliteit van leven, zijn minder depressief en kunnen in hun dagelijks leven beter omgaan met hun aandoening.
Het wordt tijd dat we nu eens op grote schaal telerevalidatie gaan gebruiken. Het kán en het móet!
Hij pleit er dan ook voor dat telerevalidatie op veel grotere schaal wordt toegepast bij hartpatiënten. “We praten al jaren over hoe e-health de zorg beter en goedkoper kan maken”, zegt Brouwers, “maar tot dusver zijn ziekenhuizen nog erg huiverig om ermee te werken. Het wordt tijd dat we het nu eens op grote schaal gaan gebruiken. Het kán en het móet!”
Nieuw programma
Brouwers, die behalve onderzoeker ook cardioloog-in-opleiding is bij het Catharina Ziekenhuis, ontwikkelde speciaal voor zijn onderzoek een nieuw telerevalidatieprogramma, waarin de reguliere behandeling van drie maanden met negen maanden werd verlengd om de kans op terugval zo klein mogelijk te maken.
Loting bepaalde welke van de twee behandelingen een deelnemer kreeg. De helft van de deelnemers aan het onderzoek volgde gedurende drie maanden standaard hartrevalidatie in het ziekenhuis. De andere helft volgde eerst zes trainingssessies in het ziekenhuis, onder begeleiding van een fysiotherapeut.
Vervolgens trainden de deelnemers zelf thuis gedurende drie maanden met draagbare sensoren, waarbij zij op afstand begeleid werden. Daarna werden ze nog negen maanden op afstand in de gaten gehouden. Na een jaar zijn de twee behandelingen met elkaar vergeleken.
Weinig terugval
Opvallend was dat er weinig terugval te zien was in de studie. Brouwers schrijft dat toe aan het feit dat net als bij andere onderzoeken naar telerevalidatie relatief veel jonge mannen met een laag risico op nieuwe hartproblemen meededen.
“Voor toekomstig onderzoek is het belangrijk na te gaan hoe we ook andere patiëntgroepen, die misschien na verloop van tijd wel minder gaan bewegen, kunnen enthousiasmeren voor telerevalidatie.” Hij denkt daarbij vooral aan mensen met zwaardere hartklachten, ouderen en mensen met een lager opleidingsniveau.
Meer informatie
Rutger Brouwers, Strategies to Optimise Cardiac Telerehabilitation. Begeleiders: Hareld Kemps (TU/e), Berry Eggen (TU/e) en Jos Kraal (Delft University of Technology). Andere betrokken partijen: Máxima Medical Center.