Drie eredoctoraten in jubileumjaar

11 maart 2021

De drie laureaten zijn actief in de numerieke wiskunde, scheikundige technologie en regeneratieve geneeskunde.

in dit dertiende lustrumjaar worden maar liefst drie hoogleraren door de TU/e benoemd tot eredoctor. Allen werken aan Amerikaanse topuniversiteiten. Het gaat om numeriek wiskundige Margot Gerritsen (Stanford University), scheikundig technoloog Klavs Jensen (MIT) en biomedisch ingenieur David Mooney (Harvard University). Als de coronapandemie het toelaat, ontvangen de laureaten hun onderscheiding op 15 oktober tijdens de viering van MomenTUm.

 

Margot Gerritsen (Stanford University)

De in Zeeland geboren Margot Gerritsen studeerde af in Delft bij de in het vakgebied van de numerieke wiskunde bekende hoogleraar Henk van der Vorst, waarna ze de wijde wereld in trok. Na een promotie aan Stanford University werkte ze een aantal jaren in Nieuw Zeeland, voordat ze terugkeerde naar Stanford, waar ze nu hoogleraar Energy Resources Engineering is.

Gerritsen is een veelzijdig wiskundige met een fijne neus voor aansprekende onderwerpen, vertelt haar erepromotor Barry Koren, hoogleraar Scientific Computing. Als voorbeeld noemt hij een studentenproject waarbij hij met Gerritsen de begeleiding deed. “National Geographic wilde aan de hand van fossiele botten laten zien hoe pterosauriërs konden vliegen.” Ook heeft ze bijvoorbeeld gerekend aan de optimale vorm van zeilen voor boten die deelnemen aan de beroemde America’s Cup, vertelt Koren. “Margot is echt heel goed in public outreach en onderwijs en daarnaast is ze is ook organisatorisch sterk. Je ziet niet vaak wiskundigen grote projecten trekken, maar Margot is daarin een uitzondering.”

In haar wetenschappelijke werk ligt de nadruk volgens Koren op energie en aardwetenschappen. “Ze rekent aan oceaanstromingen en bosbranden, maar ook aan verbrandingsprocessen in de industrie. Daarnaast is ze gespecialiseerd in het doorrekenen van vloeistofstromingen in poreuze media - van belang voor winning van aardolie en drinkwater.” Op het gebied van poreuze media heeft de TU/e ook een goede reputatie, met het Darcy Lab en - vooral in het verleden - gespecialiseerde wiskundigen zoals oud-rector Hans van Duijn, met wie Gerritsen nog in de nationale Commissie Sectorplan Bèta en Techniek zit. Dat tekent haar, zegt Koren: “Margot is allesbehalve een kamergeleerde en zeer betrokken bij Nederland.”

Koren hoopt dat Gerritsen als eredoctor een ambassadeursrol kan vervullen tussen de TU/e en Stanford. “Het lijkt me geweldig als we bijvoorbeeld studenten zouden kunnen uitwisselen met Stanford University.”

Klavs Jensen (MIT)

De keuze om Klavs Jensen te nomineren voor een eredoctoraat is een gezamenlijk besluit van de wetenschappelijke commissie van Chemical Engineering & Chemistry (CE&C), vertelt Fausto Gallucci, decaan van de faculteit. Hij treedt samen met zijn voorganger Emiel Hensen op als erepromotor van de in Denemarken geboren Amerikaan. Jensen vertrok na zijn studie in zijn geboorteland naar de Verenigde Staten, waar hij in 1980 promoveerde aan de universiteit van Wisconsin. Sinds 1989 is hij hoogleraar aan het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (MIT).

Klavs Jensen was door de faculteit CE&C vorig jaar ook al genomineerd voor een eredoctoraat, maar vanwege de coronapandemie is die onderscheiding in 2020 niet uitgereikt. Gallucci: “Jensen heeft een indrukwekkend cv, met veel publicaties, citaties en patenten binnen onderzoeksgebieden waarin wij ook actief zijn. Zoals microreactors voor nieuwe reacties op het vlak van energievoorziening, maar ook flow chemistry voor bijvoorbeeld medicijnproductie.”

Ook buiten zijn faculteit ziet de Italiaan aanknopingspunten met het werk van Jensen. “Hij werkt aan quantum dots, net als hier bij Applied Physics en gebruikt machine learning. Samenwerking met de groep van Jensen zou ook interessant kunnen zijn voor onze instituten EAISI en ICMS.” De faculteit CE&C heeft al banden met Jensens werkgever MIT, maar met de toekomstige eredoctor lopen nog geen gezamenlijke projecten. “Daar hopen we voor de toekomst natuurlijk wel op.”

Emiel Hensen benadrukt dat Jensen een scheikundig technoloog is die altijd de verbinding zoekt met chemische onderwerpen. “Onze faculteit is gebouwd op die twee pilaren, chemische technologie en scheikunde. Klavs Jensen kan daarom een inspirerend voorbeeld voor ons zijn om die synergie zoveel mogelijk te benutten.”

David Mooney (Harvard University)

“Een geweldige, inspirerende onderzoeker”, zegt hoogleraar Biomedical Materials & Chemistry Patricia Dankers over David Mooney. “En een aimabele en prettige collega”, benadrukt Carlijn Bouten, hoogleraar Cell-Matrix Interactions in Cardiovascular Regeneration. “David een toonaangevend wetenschapper en tegelijkertijd heel down to earth; echt een rolmodel voor ons vakgebied”.

Dankers en Bouten treden beiden op als erepromotor voor de Amerikaan Mooney, die scheikundige technologie studeerde in zijn geboortestad Madison, Wisconsin, alvorens te promoveren aan MIT. Sinds 2004 werkt hij als hoogleraar aan de Harvard School of Engineering and Applied Science. Daarnaast is hij als medeoprichter verbonden aan het Wyss Institute for Biologically Inspired Engineering van diezelfde universiteit in Cambridge, Massachusetts.

Mooneys zeer multidisciplinaire werk sluit goed aan bij het onderzoek van de faculteit Biomedical Engineering en het Institute for Complex Molecular Systems (ICMS), vertelt Bouten. Dankers en zij kennen de Amerikaan onder meer vanuit diens positie als lid van de adviesraad van het zwaartekrachtprogramma Materials-Driven Regeneration, waarvan Bouten de coördinator is. “David kent onze universiteit goed en is meermaals in Eindhoven op bezoek geweest, onder meer in de vorm van een mini-sabbatical van twee weken. Bij het begeleiden van TU/e-studenten die externe stage lopen in zijn groep, heeft hij zich een zeer toegewijd opleider en mentor getoond. En ook wij leren van hem.”

Bijzonder is ook dat Mooney fundamenteel onderzoek verbindt met klinische toepassingen, benadrukt Dankers. “Hij zoekt onder meer naar materialen voor regeneratieve geneeskunde, een vakgebied waarin hij immuno-engineering heeft geïntroduceerd.” Ze schetst kort wat deze nieuwe vorm van geneeskunde inhoudt: “Je implanteert een stukje plastic, dat bepaalde lichaamscellen aantrekt en deze cellen instrueert om tumoren aan te vallen.” Op die manier wordt het eigen afweersysteem aangezet om kanker te bestrijden. “David is daar heel bescheiden over”, vult Bouten aan. “Maar hij is als eerste gestart met het maken van materialen met dit doel.”

De beide erepromotoren hopen dat het eredoctoraat zal bijdragen aan intensievere samenwerking tussen de TU/e en Harvard University. “Maar het belangrijkste is dat hij deze onderscheiding echt verdient”, zegt Bouten. “En door hem te lauweren willen we David ook als wetenschappelijk voorbeeld tonen aan onze studenten en promovendi.”

Bron: Cursor

Barry van der Meer
(Head of Department)