‘We willen een universiteit zijn die klein voelt, maar groot is’

15 september 2022

CvB-voorzitter Robert-Jan Smits en voorzitter van de ‘denktank schaalsprong’ Maarten Steinbuch delen de eerste ideeën van de denktank over de ambitieuze groeiplannen van de TU/e.

Denktank-voorzitter Maarten Steinbuch (links) en collegevoorzitter Robert-Jan Smits. Foto: TU/e

De Brainportregio is hard op weg dé motor van de Nederlands economie te worden, zeggen hoogleraar Maarten Steinbuch en collegevoorzitter Robert-Jan Smits. De hightechregio groeit en groeit, wat gepaard gaat met een enorme hoeveelheid vacatures. Om die hooggekwalificeerde banen te kunnen invullen, moet onze universiteit als onmisbare toeleverancier van talent in deze regio ruim voor die tijd haar uitstroom verdubbeld hebben. Steinbuch leidt de TU/e-denktank die de aanpak van deze zogeheten ‘schaalsprong’ moet vormgeven. “De TU/e zal een belangrijke rol houden, als enige universiteit in deze regio. We willen een universiteit zijn die klein voelt, maar groot is”, zegt Steinbuch. Smits en Steinbuch bespreken de eerste bevindingen en grote uitdagingen.  

We moeten wachten op onze beurt om een foto te kunnen maken van collegevoorzitter Robert-Jan Smits en kartrekker van de denktank rond de schaalsprong Maarten Steinbuch bij het levensgrote TU/e-logo in Atlas. Een kersverse Indiase alumnus laat zich met zijn masterdiploma in de hand fotograferen bij het logo. Smits feliciteert de trotse Master of Science, en vraagt wat hij nu gaat doen. Het antwoord: werken bij ASML. “Een prachtig bedrijf om voor te werken!”, zegt Smits goedkeurend. Toeval bestaat niet, want dit onderonsje volgt net na het gesprek met Steinbuch en Smits over de groei van onze universiteit in de toekomst, om de enorme hoeveelheid vacatures die de komende jaren worden verwacht in de Brainportregio te kunnen opvullen. Die wordt vooral gezocht in groei van het aantal masterstudenten binnen en buiten de Europese Economische Ruimte.

Het is ruim twee maanden geleden dat we elkaar spraken over de schaalsprong die de Brainportregio maakt en het groeiscenario voor onze universiteit. Hoe waren de reacties binnen de TU/e-gemeenschap op het nieuws dat we de uitstroom willen verdubbelen?

Smits: “We hebben verschillende reacties gekregen, meer positief dan negatief. We komen net uit een lastige periode met COVID, er is veel werkdruk; mensen willen weten wat groei voor hen gaat betekenen. Dat begrijpen we. Anderzijds ziet onze gemeenschap ook enorme kansen. De Brainportregio wordt de nummer 1-regio van Nederland, en onze universiteit is daar een belangrijke speler in.”

Steinbuch: “De hightech industrie gaat maar door, door, door. Binnen twintig jaar ligt het zwaartepunt van de industrie in Nederland in onze Brainportregio. Het is meer dan ASML alleen, het gaat ook om de maakindustrie die unieke services en producten met slimme software leveren voor heel de wereld. Denk aan Philips, FEI, VDL, NXP, DAF of Prodrive. Mensen zijn blij dat ze aan de TU/e werken, omdat ze voelen dat we een heel andere rol krijgen dan we altijd hebben gehad. Iedereen voelt die vibe, voelt dat er iets heel bijzonders staat te gebeuren.”

Smits: “Sommige mensen vrezen dat ons unieke karakter verdwijnt als we zoveel groeien, maar dat hoeft niet. Je kunt groeien met sfeer en gevoel voor gemeenschap.”

Steinbuch: “We hebben hier korte lijntjes, wetenschappers reageren snel op studenten als ze een vraag krijgen. Die cultuur willen we behouden. De monsterbeelden van gigantische collegezalen met duizenden studenten, dat willen we niet. We willen een universiteit zijn die klein voelt, maar groot is. En we hebben dat eerder gedaan, want we zijn de afgelopen jaren al gegroeid van 6.500 naar 13.000 studenten. Het kan dus wel.”

Bij hun eerste ontmoeting vertelde hoogleraar Maarten Steinbuch de toen nieuwe collegevoorzitter Robert-Jan Smits dat de TU/e in zijn ogen veel te klein is voor de regio waarin ze gevestigd is. “Op basis van de bedrijven in de Brainportregio zouden we drie keer zo groot moeten zijn, betoogde Steinbuch toen al. Dat heb ik altijd onthouden”, zegt Smits nu, jaren later. Het was voor hem dan ook meteen duidelijk dat Steinbuch de TU/e-denktank over de schaalsprong zou moeten leiden.

Wie zitten er verder in deze denktank en wat is de opdracht van deze groep TU/e’ers?

Smits: “Het College van Bestuur heeft de denktank in het leven geroepen met de volgende opdracht: ‘Ga uit van een situatie in 2030 waarbij we de uitstroom van studenten hebben verdubbeld, we meer dan ooit hebben ingespeeld op de vraag vanuit de regio en de stay rate van afgestudeerden in Brainport hebben verhoogd. Wat moet er gebeuren om deze doelstellingen te bereiken?’.”

Steinbuch: “De denktank is een klein clubje met Mark van den Brand (Mathematics & Computer Science), Patricia Dankers (Biomedical Engineering), Marion Matters (Electrical Engineering), Patrick Groothuis (Education & Student Affairs), Renee Westenbrink (General Affairs) en Xavier Theunissen (ondersteuning). We hebben de opdracht gekregen om na te denken over wat we willen met de schaalsprong, welke problemen we kunnen verwachten, en wat mogelijke oplossingen daarvoor zijn.”

Wat zijn jullie eerste bevindingen?

Steinbuch: “We hebben gesproken over waar de groei vandaan moet komen. Een belangrijk uitgangspunt is dat het níet gaat om het verdubbelen van de hele universiteit”, benadrukt Steinbuch. “Wij denken dat de echt grote stappen gemaakt kunnen worden in de externe instroom van masterstudenten, EngD-trainees en promovendi. Het liefst vanuit Nederland, maar omdat die instroom op dit moment dalende is, richten we de blik ook binnen en buiten de Europese Economische Ruimte."

"De tweejarige EngD-postmasteropleidingen tot technologisch ontwerper die we in 4TU-verband aanbieden, zijn uniek, maar de opleidingen zijn nooit tot volle wasdom gekomen. We hebben nu 250 trainees in deze opleidingen, dat zouden er wel 1.000 of 2.000 mogen worden. Hoe we daar moeten komen, dat is de puzzel.""

De masterfase heeft een sterke meester-gezelrelatie, we denken dat we dat kunnen behouden als we ervoor zorgen dat we eerst zorgen dat we meer wetenschappelijke staf binnenhalen.” Daarvoor is één ding essentieel: geld. Steinbuch: “Om meer studenten aan te kunnen, moet de organisatie eerst groeien. De denktank heeft de creatieve term voor-voorfinanciering bedacht. Normaal krijg je als universiteit pas geld als een student zijn diploma behaalt. Je schaalt eerst op, dan komt er daarna meer funding vanuit de overheid, daarna komt er meer ruimte om mensen aan te nemen."

"We willen dit omdraaien om de groei mogelijk te maken: er moet eerst meer wetenschappelijk personeel komen en dán pas willen we de studentenaantallen laten groeien. Zo willen we de medewerkers ontlasten en geleidelijk groeien, zodat het in de juiste verhoudingen gebeurt. Bovendien laten we zo de researchcomponent ook meegroeien en kunnen we ook meer promovendi opleiden en afleveren. Daarnaast bekijken we hoe de hightech industrie in Brainport meer betrokken kan worden bij het opleiden van masterstudenten. Er liggen hier met name veel mogelijkheden voor stages, gastdocenten en afstudeerbegeleiding. Dit kan de werkdruk binnen de TU/e aanzienlijk verlichten.”

We draaien het om: eerst meer personeel, dan pas meer studenten

Maarten Steinbuch, kartrekker denktank schaalsprong

Steinbuch (links) en Smits. Foto: TU/e

Waar zien jullie de ruimte – en behoefte -  aan groei in de toekomst binnen de TU/e?

Steinbuch: “Als er 100.000 nieuwe banen komen in deze regio, is er behoefte aan iedereen. We denken dat álle masteropleidingen kunnen groeien, maar verwachten dat er vooral veel behoefte is aan ingenieurs van Mechanical Engineering, Electrical Engineering, Mathematics & Computer Science, gevolgd door Applied Physics, Chemistry en Chemical Engineering, Industrial Engineering & Innovation Sciences en Biomedical Engineering. De thema’s artificial intelligence, data en systems engineering zullen heel belangrijk worden.” Steinbuch benadrukt dat het gaat om eerste ideeën van de denktank, en dat input van de TU/e-gemeenschap zeer welkom is.

“We denken na over hoe bestaande masteropleidingen kunnen groeien, maar we brainstormen ook over nieuwe master- of EngD-opleidingen, bijvoorbeeld voor hightech systems. Onze universiteit zou ook haar rol moeten pakken in circular engineering. Hoe kunnen we apparaten, zoals de wafersteppers die ASML maakt, zó ontwerpen dat je ze goed kunt recyclen? Daar komt kennis van veel van onze faculteiten bij kijken.”

Praat de denktank ook met bedrijven in de regio over wat er nodig is, en waar de behoefte ligt?

Steinbuch: “We hebben gesproken met ASML en zij geven aan behoefte te hebben aan professionals in optica en mechatronica. Je krijgt echter niet altijd duidelijke antwoorden als je de industrie vraagt ‘we willen groeien, zeg maar waarin’. We willen nu eerst zelf een houtskoolschets maken, en die presenteren aan bedrijven en om input vragen.”

Waar gaan we straks onze mensen huisvesten?

Smits benadrukt: “We zijn en blijven een on-campus universiteit, we gaan de groei dus niet opvangen door online les te gaan geven. De vraag is of onze campus genoeg ruimte biedt voor de groei, of dat er andere interessante locaties zijn om onderwijs te geven.”

Steinbuch: “Als we zo enorm groeien, zullen we nieuwe gebouwen nodig hebben." Steinbuch noemt als voorbeeld Gemini, waarin Mechanical Engineering en Biomedical Engineering gehuisvest zijn, en Flux, waarin Electrical Engineering en Applied Physics zitten. 

“De denktank heeft nog niet besproken hoe en of we gebruik gaan maken van andere campussen in de regio. Het is interessant om te bekijken wat we daarin kunnen betekenen voor elkaar. De campussen zijn heel sterk als je ze kunt combineren met kennisinstellingen. We staan er open in en hopen vanuit onze gemeenschap ook ideeën te kunnen ophalen daarvoor.”

Smits: “Op 31 oktober en 1 november zijn de Strategy Days, waarop we met de decanen en diensthoofden praten over de strategie, en ook de schaalsprong. Daarna volgen er TU/e-brede bijeenkomsten - townhallmeetings -waarvoor we de hele gemeenschap uitnodigen om mee te denken. Daarna komen er werkgroepen voor deelgebieden, zoals huisvesting, financiering. We vinden het belangrijk dat iedereen kan meedenken. Ik was dan ook heel blij dat onderzoekers als Rick de Lange en Boudewijn van Dongen zélf met ideeën bij ons kwamen nadat het nieuws van de groei naar buiten kwam. Wij hebben dit wel ingezet, maar we willen het niet topdown uitwerken, iedereen mag meepraten.”

De vier voorwaarden voor groei

De universiteit is bereid mee te groeien met de Brainportregio, onder vier voorwaarden:

  • Financiering vooraf vanuit de Rijksoverheid om de groei te faciliteren en om de huidige werkdruk niet verder te laten stijgen.

  • De groei mag niet ten koste gaan van excellentie.

  • De groei moet geleidelijk gaan om de werkdruk beheersbaar te houden.

  • De regio moet ervoor zorgen dat de infrastructuur en voorzieningen op orde zijn.

Wanneer verwachten jullie uitsluitsel over een van de vier gestelde voorwaarden van groei: meer geld vanuit de Rijksoverheid?

Smits: “Er wordt op heel veel fronten aan de schaalsprong gewerkt. Binnen de TU/e, binnen Brainport, in Den Haag. Iedereen ziet het belang. De Brainportregio is het enige gebied dat genoemd wordt in het regeerakkoord. Half september komen er weer ministers bij elkaar om hierover te praten. We hopen nog steeds dat er eind dit jaar meer duidelijkheid komt over het geld dat nodig is om te kunnen groeien. Als er geen voor-voorfinanciering komt, kunnen we ook niet starten met aanbestedingen voor nieuwe gebouwen en het werven van extra personeel.”

Waar zit de grootste uitdaging op dit moment, naast het geld?

Steinbuch en Smits in koor: “Huisvesting!”

Smits: “De nijpende situatie rond huisvesting voor studenten staat hoog op ieders agenda, ook in Den Haag. Er moeten meer woningen komen, maar dat kunnen wij als universiteit niet oplossen. Dat moet de regio doen. Toch zie ik meer kansen dan ooit. Ik ben blij dat er binnen onze gemeenschap consensus aan het ontstaan is dat we moeten doorgroeien.”

Steinbuch: “Wij worden het belangrijkste industriële centrum van Nederland. Laatst zag ik een video op LinkedIn van een Amerikaanse aandelenanalist en die zei: ‘Er is maar één bedrijf in de hele wereld dat het allerbelangrijkste is voor de toekomst, en dat is ASML. Want alles draait om chips en wie bepaalt dat: ASML. En dan roept Eindhoven: ‘maar wij willen klein blijven’. Dat kán toch niet! Het gaat natuurlijk niet alleen om ASML, maar om de hele maakindustrie er omheen. Ik voel die enorme drive om te groeien elke dag als ik in de regio ben. Daar hoort een heel sterke universiteit bij die haar rol pakt.”

Smits, afsluitend: “Elke baan bij ASML, genereert weer drie andere banen bij toeleveranciers. Onze regio levert een enorme bijdrage aan de toekomst, het is prachtig dat dat erkend wordt. Die erkenning blijkt al uit de gasten die spreken bij onze opening van het academisch jaar: Europees commissaris Interne Markt Thierry Breton, ASML-CEO Peter Wennink en minister van Economische Zaken Micky Adriaansens. Eindhoven wordt gezien.”

Brigit Span
(Corporate Storyteller)

Meer over onze strategie

Blijf ons volgen