TU/E STELT PRIORITEITEN IN NIEUW INSTELLINGSPLAN 2020-2025

Talent en excellentie, daar draait alles om

21 april 2021

Talent blijft de belangrijkste waarde in de strategie van de TU/e. Daarnaast wordt de samenwerking binnen de Brainportregio nog verder geïntensiveerd.

Collegevoorzitter Robert-Jan Smits. Foto: Bart van Overbeeke

Met het nieuwe Institutional Plan 2020-2025 schetst de TU/e haar prioriteiten voor de nabije toekomst. Talent blijft de belangrijkste waarde, zegt collegevoorzitter Robert-Jan Smits: “Om de beste studenten en onderzoekers aan te trekken, zullen we het beste onderwijs, onderzoek en de beste faciliteiten moeten bieden. Daarnaast gaan we terug naar onze roots en wordt de samenwerking met de Brainportregio geïntensiveerd.” Het Institutional Plan is deze week ingediend bij het ministerie van OCW.

“De TU/e heeft enkele jaren terug haar langetermijnstrategie geformuleerd, Strategy 2030. Dat hebben we nu voor de komende jaren nader ingevuld met het Institutional Plan 2020-2025”, legt Robert-Jan Smits uit. “Maar het is veel meer dan een uitwerking. De wereld is sinds het opstellen van Strategy 2030 getroffen door de COVID-19-pandemie, waardoor bijvoorbeeld digitalisering in een stroomversnelling is gekomen. En we zien dat de effecten van de pandemie ook doorwerken in andere facetten van de universiteit. Daar speelt het nieuwe plan op in. Bovendien hebben we duurzaamheid en global warming, wat steeds urgenter wordt, een prominentere plek gegeven.”

In het Institutional Plan 2020-2025 blijven talent, samenwerking en veerkracht onverminderd de drie speerpunten van de strategie van de universiteit, met talent als belangrijkste onderdeel. Smits: “Alles draait om talent. We kunnen onze positie als internationale topuniversiteit alleen handhaven als we de beste studenten, onderzoekers en medewerkers kunnen aantrekken.”

Ontlading op het moment dat bekend werd dat de innovation Space de eerste prijs had binnengesleept. Foto: Bart van Overbeeke

Talent: innovatief onderwijs

Voor het onderdeel Talent zijn al heel wat concrete stappen genomen: “Om de beste studenten aan te trekken, moet je heel innovatief, hoogkwalitatief en flexibel onderwijs aanbieden. Dat gebeurt volop met Challenge-Based Learning (CBL) binnen innovation Space, het Bachelor College en de Graduate School, en steeds meer met Blended Learning. We kregen vorige maand nog een bevestiging van de kwaliteit van ons challenge-based onderwijs binnen innovation Space, met het binnenslepen van de hoofdprijs bij de Nederlandse Hogeronderwijspremies”, illustreert Smits.

“Telkens als ik bedrijven in de Brainportregio bezoek, krijg ik te horen dat de ingenieur van de toekomst in vier dingen goed moet zijn: het oplossen van problemen, het werken in teamverband, goed kunnen communiceren, en diepgaande disciplinaire kennis hebben. Precies dat geven we onze studenten mee.”

Cleanroom Nanolab. Foto: Bart van Overbeeke

Talent: onderzoeksinstituten en state of the art faciliteiten

“Willen we de beste onderzoekers aantrekken, dan moeten we ons bewegen op de terreinen waar ‘het’ gebeurt. Dat doen we binnen de disciplines in de faculteiten en met onze instituten waar over de grenzen van faculteiten heen gewerkt wordt aan artificial intelligence (EAISI), de opslag van hernieuwbare energie (EIRES) en aan complexe moleculaire systemen (ICMS). In september lanceren we ons vierde instituut, op het vlak van fotonica en quantumtechnologie. Een groep excellente wetenschappers is hard bezig met het uitwerken van de plannen voor dit instituut.”

Ook de onderzoeksinfrastructuur van de universiteit speelt een belangrijke rol in het aantrekken van topwetenschappers. “Toptalent wil daar gaan waar de mooie faciliteiten zijn, ze willen in een cleanroom werken waar alles state of the art is. We inventariseren nu welke grote apparaten we in de toekomst willen aanschaffen, om nog meer toptalent te kunnen binnenhalen.”

Talent: meer vrouwen in de wetenschappelijke staf

In de zoektocht naar divers onderzoekstalent blijft, naast kwaliteit, het streven de man-vrouwverhouding te verbeteren. Na een aanpassing wordt het Irène Curie Fellowship-programma binnenkort hervat. “We hebben in ruim een jaar 110 toptalenten weten aan te trekken, waaronder 55 vrouwen. Normaal zijn dat er zo’n 10 per jaar”, zegt Smits. Het streven is dat 30 procent van de wetenschappelijke staf vrouw is. Bij zijn aantreden, twee jaar terug, was het lage aantal vrouwelijke hoogleraren Smits een doorn in het oog. “Eerdere maatregelen om dit op te trekken, hebben in het verleden weinig opgeleverd. We hebben hoog ingezet met het Irène Curie Fellowshipprogramma en onze nek uitgestoken. We hebben hiermee internationaal een voorbeeldrol voor de academische wereld.”

Samenwerking: Brainport

De Eindhovense industrie speelde 65 jaar geleden een grote rol bij de oprichting van de TU/e, en die warme band is er nog steeds. Sterker nog: “We gaan meer dan ooit de samenwerking met de regio intensiveren”, zegt Smits. “We zijn een internationale universiteit qua studenten en medewerkers, maar we zijn verankerd in de Brainportregio - een regio met 240 miljard euro aan bedrijfswaarde. Dat ligt zomaar in onze achtertuin, de halve wereld is jaloers op dat potentieel.”

Met Brainport en individuele industriële partners gaat de TU/e kijken naar hoe ze samen kennis kunnen ontwikkelen en aan wat voor ingenieurs behoefte is. “Zo bespreken we met Philips wat er nodig is op het vlak van artificial intelligence om medical diagnostic tools nog efficiënter te maken. Datzelfde doen we met bedrijven als NXP en ASML - kijken hoe we kunnen inspelen op elkaars behoeftes.”

“Daarnaast geven we een boost aan de startup-scene in onze regio. Vandaar dat we samen met onze Brainport-partners The Gate hebben opgezet; een one stop shop voor hightech starters.” Ook de samenwerking met de universiteit van Tilburg in het kader van de Jheronimus Academy of Data Science (JADS) is onderdeel van de strategie om de regio te versterken, vertelt Smits.

Samenwerking: Fontys

“Toen Fontys in 2019 op onze campus kwam, hebben we letterlijk de rode loper voor ze uitgerold”, zegt Smits, om te benadrukken hoeveel belang hij hecht aan de samenwerking met deze onderwijsinstelling. “We vinden het belangrijk dat studenten op de juiste plek terechtkomen. Samen hebben we Eindhoven tot een studentenstad gemaakt.” Als voorbeelden noemt Smits gezamenlijke introductiedagen, studententeams met TU/e’ers én Fontys-studenten en een programma om de overstap tussen de twee instellingen te vergemakkelijken.

Samenwerking: nationaal en internationaal

Natuurlijk blijft de universiteit samenwerken op nationaal niveau, onder meer middels de 4TU en binnen de alliantie met Universiteit Utrecht, UMCU en Wageningen. En de internationale samenwerking binnen Eurotech, dat dit jaar tien jaar bestaat, wordt steeds belangrijker. “We werken in Eurotech-verband samen met de beste technische universiteiten van Europa. Onze studenten kunnen aan die universiteiten onderwijs volgen. Dan krijg je uiteindelijk niet alleen een diploma van de TU/e, maar ook van Eurotech. We zoeken samen continu naar manieren om meerwaarde te bieden voor onze studenten én onderzoekers binnen dit verband.”

Veerkracht: extra dimensie door COVID-19

Veerkracht, de derde pijler van de TU/e’s strategie, heeft met de komst van COVID-19 een extra dimensie gekregen. “De organisatie heeft het afgelopen jaar wel bewezen hoe sterk deze pijler wel niet is”, zegt Smits met trots. “Het binnen een week online brengen van het onderwijs, maar ook het overschakelen van de hele gemeenschap naar online werken, waren enorme uitdagingen voor onze mensen én systemen. We zijn er nog niet, we blijven doorgaan met het optimaliseren van onze bedrijfsprocessen en onze digitale faciliteiten. Zo werken we aan een nieuwe strategie rondom cybersecurity. We hebben allemaal gezien wat er bij Maastricht University en met NWO is gebeurd, dat willen we voor blijven.”

Smits benadrukt dat hij zich ervan bewust is dat de TU/e community door de pandemie enorm op de proef zijn gesteld, “maar we hebben echt onze kracht laten zien. Ik ben trots op onze gemeenschap. Op hoe samengewerkt wordt, hoe oplossingen worden gezocht, hoe we elkaar helpen. Ik weet dat veel mensen het zwaar hebben; we proberen de verbinding te blijven zoeken, met medewerkers en studenten. Bij de laatste spelen de verenigingen een belangrijke rol.”

Onze campus. Foto: Bart van Overbeeke

Veerkracht: campus

Bij die aantrekkelijke universiteit waar talent graag naartoe komt, hoort een levendige campus. “De renovatie van Laplace - inmiddels omgedoopt tot Neuron - is al begonnen en voor de zomer besluiten we over hoe we Gemini gaan renoveren”, zegt Smits. Hij vindt het belangrijk dat de campus groen blijft en dat die nadrukkelijker verbonden wordt met de stad. “Mijn droom is dat het een park wordt waar mensen in het weekend naartoe gaan. Niet alleen voor een wandeling door het groen, maar ook omdat er iets te zien of doen valt, bijvoorbeeld met behulp van living labs. Denk aan een robot die door de vijver voor Atlas loopt en er afval uit haalt.”

”Eigenlijk zouden we MomenTUm ook een keer in de stad moeten vieren, in het Philips Stadion bijvoorbeeld”, gaat Smits enthousiast verder. Dat past perfect in onze filosofie dat we terug willen naar onze roots, de regio Eindhoven.” Om tot slot zelfs hardop te dromen over een nieuwe welkomstboodschap op Eindhoven Airport, “dat je zodra je daar landt, verwelkomd wordt met posters met daarop de tekst Welcome in Eindhoven, home of TU/e."

Het Institutional Plan 2020-2025 is een uitwerking van de Strategie 2030. Wie zich hier verder in wil verdiepen, kan beide documenten op deze plek vinden.

Brigit Span
(Corporate Storyteller)

Meer over onze strategie

Blijf ons volgen