Een diploma verpakt in levenslessen door corona

21 oktober 2021

De ‘heroes of the month’ in oktober: onze afstudeerders, die met de pandemie onverwachte extra drempels en hordes troffen op weg naar de eindstreep.

Douwe Orij (links) en Mariska van der Struijk. Foto's: Loraine Bodewes

Weg waren onze vertrouwde roosters, ritmes, routines en rituelen, toen in maart 2020 niet alleen Nederland, maar ook onze campus op slot ging. Weg was voor veel afstudeerders een groot deel van hun houvast in een fase die ook zonder pandemie tóch al zo anders, intens en uitdagend is. Hun doorzettingsvermogen leverde deze studenten uiteindelijk niet alleen hun felbegeerde diploma op, maar ook de nodige waardevolle inzichten en ervaringen.

“Alles zelf willen oplossen is niet altíjd de beste optie”

Mariska van der Struijk verdedigde afgelopen 3 augustus haar masterscriptie. Ze is afgestudeerd op het gebied van Integrated Circuits aan de faculteit Electrical Engineering.

“Naar omstandigheden wel.” Mariska van der Struijk reageert bescheiden op de vraag of ze trots is op hoe ze zich als masterstudent door de coronacrisis heen heeft geslagen: “Ik heb netjes doorgestudeerd en alles netjes afgerond”. Maar ze kan en wil er niet omheen: “Mijn sociale leven heeft anderhalf jaar zo goed als stilgestaan. Spontane ontmoetingen, nieuwe mensen leren kennen; dat heb ik echt heel erg gemist.”

Stil lag het leven zeker, toen corona in het vroege voorjaar van 2020 ook Nederland binnen denderde. “Mensen wilden liever niet met elkaar afspreken, veel studenten gingen terug naar hun ouders - dat heb ik toen ook maar gedaan.” En dat ging “eigenlijk best soepel. Al moest ik er wel weer aan wennen dat mama bijvoorbeeld per se altijd om half zes wil eten”.

Even daarvoor had ze nog gedacht dat het allemaal zo’n vaart niet zou lopen met corona en de lockdown hier in Nederland. Oké, de bar van de studievereniging ging op een zekere dag dicht, de kantines zouden gaan sluiten “en op een gegeven moment werd op de campus de VPN-verbinding voor studenten uitgezet. Maar het onderwijs is zo belangrijk, ik dacht: ‘De universiteit gaat echt niet dicht’.”

“Je zag hoeveel moeite iedereen deed om alles goed te regelen”
- Mariska van der Struijk, afgestudeerd bij Electrical Engineering

Toch wel dus. “Superraar”, vond Van der Struijk, op dat moment net een half jaar onderweg met haar masteropleiding. Ze volgde in die fase vooral gewoon nog vakken, vertelt ze, en “bij sommige vakken was de overstap naar online niet zo makkelijk als bij andere. Maar na anderhalve week was alles eigenlijk wel weer oké. Je zag hoeveel moeite iedereen deed om alles goed te regelen; er was veel begrip en geduld over en weer, ook als iets in het begin nog niet zo lekker ging.”

Mariska van der Struijk. Foto: Loraine Bodewes

Het online en thuis studeren werd voor Van der Struijk uitdagender toen ze al haar mastervakken zo’n beetje gehaald had en aan haar afstuderen moest beginnen. “Voor mijn vakken had ik nog regelmatig contact met anderen, maar tijdens het afstuderen was het echt ‘ik en mijn laptop’, met hooguit één of twee meetings per week. Als ik ergens niet uitkwam, kon ik mijn begeleider wel mailen en die reageerde vaak ook wel dezelfde dag - maar de drempel is toch wat hoger.”

Ze miste de campusdynamiek, het gewone ritme, had vaak moeite om ’s ochtends uit bed te komen, schetst Van der Struijk. “Dan nam ik mezelf voor om om acht uur op te staan, maar kwam ik pas om tien uur mijn bed uit. Ook miste ik het om na een dag studeren even langs Het Walhalla te gaan (de kroeg van studievereniging Thor, red.), gewoon om even stoom af te blazen en met mensen te kunnen buurten.”

“Het werkte niet thuis; ik miste de uni, miste mensen om me heen”
Mariska van der Struijk, afgestudeerd bij Electrical Engineering

Een mix van uitstelgedrag, motivatietekort en een knagend gevoel van onvrede over haar eigen vooruitgang maakte dat de masterstudente uiteindelijk aan de bel trok bij haar begeleider: “Het werkte niet thuis; ik miste de uni, miste mensen om me heen. Mijn begeleider heeft meteen een werkplek voor me geregeld op de campus, voor twee dagen in de week. Dat hielp enorm”.

Al vond ze het aanvankelijk moeilijk om die hulp te vragen. “We kregen op een gegeven moment wel een mail waarin werd gezegd dat studenten met issues op de uni terecht konden om te studeren. Maar ik dacht: ‘Ik heb geen autisme of iets dergelijks, ik ben geen buitenlandse student met extra uitdagingen, zoals de voorbeelden die in de mail genoemd werden’.”

Veerkracht

Maar - en dat is wat ze tijdens corona naar eigen zeggen wel heeft geleerd: “Je kunt alles nog zo graag zelf willen oplossen, maar dat is niet altijd de beste optie. Als er iets is, moet je met mensen gaan praten. Want er staan meer mensen voor je klaar dan je soms in de gaten hebt”. Al ziet Van der Struijk ook: “Ik denk dat we allemaal wel geleerd hebben dat we meer kunnen dan we dachten. Qua online werken, maar ook in bredere zin; onze veerkracht is echt groot”.

Mariska van der Struijk. Foto: Loraine Bodewes

En zo veerde ze op 3 augustus, ondanks de extra hordes van de pandemie, dan toch over de finish en verdedigde ze haar masterscriptie. Dit na onder meer een stageproject op de universiteit zelf: “Ik had mijn stage graag bij een bedrijf of ergens anders gedaan, maar corona maakte dat niet echt gemakkelijk”. Die stage in het buitenland, waar ze voorheen op had gemikt, had de studente sowieso maar uit haar hoofd gezet.

Ze is blij dat ze haar scriptie mocht verdedigen in een hybride setting, in fysiek bijzijn van een klein gezelschap met onder anderen haar ouders. Lachend: “Ze waren nog nooit op de uni geweest, behalve op de open dag”.

De twee maanden na haar afstuderen heeft ze vooral “niks gedaan”, bekent Van der Struijk - behalve dan het binnen harken van haar kersverse baan bij Dialog Semiconductor. Eind september heeft ze nog een korte vakantie ingelast - de gedroomde langere trip naar Australië en Nieuw-Zeeland na haar afstuderen moet vanwege coronabeperkingen nog even wachten: “De grenzen daar zijn gewoon dicht”.

Met de coronacrisis is ze inmiddels “wel een beetje klaar. Ik heb mijn best gedaan, mezelf aan de regels gehouden, en ik ben gevaccineerd, net als de meeste mensen in mijn omgeving. Ik wil wel weer gewoon op stap”. Al verwacht ze dat het weer oppakken van de sociale draad hier en daar wel met enige terughoudendheid zal gaan. “Het ligt er ook aan hoe goed je mensen al kent. Maar ik denk dat ik met nieuwe mensen voorlopig misschien toch wat voorzichtiger ben en bijvoorbeeld automatisch nog even wat afstand hou of iemand niet direct meer een hand geef.”

“Er zat tijdens corona zo weinig variatie in het leven”

Douwe Orij stond op het punt zijn bachelor Scheikundige Technologie af te ronden toen de coronacrisis het vertrouwde leven stillegde. Ook de middelbare school waar hij op dat moment stage liep voor de lerarenopleiding, ging dicht.

Op de valreep van het gesprek wil Orij nog wat constateringen delen. Dat veel mensen in coronatijd zijn gaan verhuizen. Zijn gaan wielrennen. En planten in huis zijn gaan halen. Hij lacht: “Ik niet trouwens. Maar ik kreeg wel de hele tijd foto’s van anderen: ‘Ik heb een nieuwe plant’”.

Zelf haalt hij zijn extra dosis zuurstof in het leven onder andere uit het voetballen, dat na de zomer van 2020 eindelijk weer op gang kwam. Niet dat hij zomaar weer vlot en vlekkeloos in de trainingen en wedstrijden rolde: “Na de eerste helft kreeg ik steeds last van mijn lies. Ik had tijdens corona zóveel op mijn stoel gezeten dat er iets in mijn bekken verkeerd was gaan zitten. Mijn benen hadden op een gegeven moment ook echt meer beweging nodig, maar ik hou niet zo van hardlopen of andere alleen-sporten; ik ben een teamsporter”.

Het was dus letterlijk veel stilzitten in een periode waarin Orij figuurlijk eigenlijk allesbehalve wilde stilstaan. Al leek het aanvankelijk nog wel even lekker: “Het gaf in eerste instantie ook wel wat rust, vooral doordat je alles vanuit huis kon en moest doen”. Toen corona ook Nederland in het voorjaar van 2020 lam legde, stond hij op het punt aan zijn bachelor-eindproject (BEP) te beginnen en gaf hij les op een middelbare school in Tilburg in het kader van de lerarenopleiding die hij volgde. Daarnaast zat hij in zijn kandidaat-bestuursjaar bij studievereniging T.S.V. 'Jan Pieter Minckelers' (Japie) en was hij bezig met de sponsoring van de beoogde verenigingstrip naar Australië vorig jaar zomer.                                                                                

Verandering van omgeving

“Het was een drukke periode. Mijn kamer was intussen mijn slaapplek, werkplek, leefplek - alles tegelijk. Ik merkte dat ik in die setting maar moeilijk een ritme kon vinden. Zodra de uni weer deels openging, ben ik daar gaan zitten; ik had die verandering van omgeving echt nodig.”

Douwe Orij. Foto: Loraine Bodewes

In het derde kwartiel in het voorjaar van 2020 wist hij nog een vak af te ronden en één tentamen te maken. “Voor mijn BEP heb ik uiteindelijk de zomer opgeofferd.” Ook zijn stage liep wat uit, nadat zijn school in Tilburg maandenlang dicht moest vanwege corona. Hij gaf scheikundelessen in havo-3 en vwo-3; toen de school noodgedwongen de deuren moest sluiten, waren zijn klassen allemaal bezig met hetzelfde practicumproject. “Ik kon simpelweg niet alles omzetten naar online. Het duurde bovendien even voordat Teams en dergelijke echt goed waren ingevoerd.”

Orij maakte er intussen het beste van en begon onder andere een YouTube-kanaal en Instagram-account voor zijn leerlingen om daar een deel van de stof te kunnen aanbieden: “Kleine samenvattingen, bepaalde paragrafen, herhalingen. Het bood ook weer een extra mogelijkheid tot contact, want sommige scholieren verdwenen in die tijd wel een beetje uit beeld, kwamen online niet opdagen, reageerden nergens op”. Pedagogisch gezien heeft hij misschien niet het maximale uit zijn stage kunnen halen, erkent hij. “Maar corona heeft wel weer voor nieuwe uitdagingen gezorgd en die brachten wel weer een bepaalde creativiteit naar boven.”

“Uitdagingen door corona brachten een bepaalde creativiteit naar boven”
Douwe Orij, afgestudeerd bij Scheikundige Technologie

Het was dus met een kleine vertraging dat hij vorig jaar zijn stage en zijn BEP afrondde. Zijn bachelordiploma mocht hij komen ophalen tijdens een kleine fysieke bijeenkomst in de Blauwe Zaal met alleen de geslaagden - allesbehalve normaal, met zijn naasten als afstandelijke, online toeschouwers, maar de beste optie op dat moment in de pandemie, vindt Orij. “Ik heb er toch prima van kunnen genieten.”

Daarna laste hij een tussenjaar in, om zich als bestuurslid in te zetten voor zijn studievereniging. Die speelde onder meer een grote rol in het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs in coronatijd en het geven van feedback aan docenten. Ook onderhield de vereniging zo goed en kwaad als dat kon haar contacten met bedrijven voor bijvoorbeeld online lezingen en trainingen en probeerde ze studenten met motivatieproblemen te ondersteunen.

Niet ‘sexy’, wel leerzaam

Het was, mede door het wegvallen van allerlei grote evenementen, misschien niet de meest ‘sexy’ periode om een bestuursjaar te doen, erkent Orij, “maar ik heb er zeker geen spijt van. Ik was wel even klaar met het onderwijs en terugkijkend zie je eigenlijk pas goed wat je in zo’n jaar allemaal hebt geleerd. Onder andere qua communicatie en efficiency ben ik echt wel flink vooruitgegaan. En ik heb ook geleerd mezelf wat meer uit te spreken over bijvoorbeeld gevoelens of problemen. De aandacht voor student-wellbeing binnen de universiteit heeft mij daarin echt wel wat veranderd”.

Douwe Orij. Foto: Loraine Bodewes

En op het vlak van evenementen maakt hij momenteel alsnog een mooie inhaalslag. Orij maakt namelijk deel uit van de studentenwerkgroep rond MomenTUm, het grote academische jaarfeest van de TU/e waarop de universiteit onder andere haar afstudeerders in het zonnetje zet. Als penningmeester is Orij onder meer verantwoordelijk voor de begroting van het studentenfeest op donderdagavond; ook was hij betrokken bij het ontwerpen van een deel van de huisstijl, inclusief de befaamde sokken die alle afstudeerders krijgen.

“Ik kijk er echt naar uit. Eerst zou het een feest voor maximaal 750 man worden, maar ik ben toch blij dat we de markthal nu weer mogen vullen. Want 750 lijkt veel, maar in zo’n grote markthal is dat toch wel weinig”, zo weet hij uit ervaring, nadat hij vanuit Japie was betrokken bij de organisatie van een van de feesten tijdens de introductieweek. “Maar het was heerlijk dat het weer kon.”

“Ons hele bestuur raakte besmet na ‘dansen met Janssen’”
- Douwe Orij, afgestudeerd bij Scheikundige Technologie

Dat laatste gold wat Orij betreft ook voor de inmiddels befaamde dagen van ‘dansen met Janssen’, afgelopen juni. Even onbekommerd losgaan na toen nog een sneltest (inmiddels is Orij gevaccineerd) en na onder meer maanden van avondklok die er volgens hem vooral bij studenten zo hadden ingehakt. “Ik heb heel erg genoten van die week. Wel zijn we die week als bestuur allemaal besmet geraakt met corona. Eigenlijk nog een wonder dat we het ‘t hele jaar daarvoor hebben volgehouden zónder corona, want we zijn toch altijd best close met elkaar geweest.”

Inmiddels is hij begonnen aan zijn master Chemical and Process Technology en probeert hij naar eigen zeggen de balans te hervinden in het ‘gewone’ studentenleven na zijn tussenjaar en anderhalf jaar corona. Of hij trots is op wat hij in coronatijd voor zichzelf en anderen heeft neergezet? Orij pauzeert even. “Ik ben eigenlijk altijd weer bezig met mijn vólgende doelen. Ik ga altijd vrij snel door met iets nieuws, ondanks dat ik best iets heb neergezet. Misschien heb ik daar vooral anderen voor nodig, om dat af en toe te beseffen. Dan bedenk je pas: ‘Ik heb het toch maar weer geflikt’.”

Sterk in de storm

‘We zitten dan wel in dezelfde storm, maar niet in hetzelfde schuitje’, zo is tijdens de coronacrisis al vaak gezegd. Mensen zien zich zowel in hun werk als privéleven geconfronteerd met heel diverse, persoonlijke uitdagingen en vinden daar ieder op hun eigen manier hun weg in - met veerkracht, vallen en opstaan.

De TU/e ziet hoe ook haar studenten en medewerkers zich tijdens de pandemie veerkrachtig hebben getoond; hoe ze niet alleen zichzelf, maar ook elkaar en de universiteit overeind helpen houden in soms wankele tijden. En dat maakt het lustrumthema van de 65-jarige universiteit, ‘Heroes like You’, dit jaar toepasselijker dan we ooit hadden kunnen vermoeden. Elke maand zet de universiteit op deze plek daarom een groep TU/e’ers extra in het zonnetje voor hún ‘heldendaden’, hoe ogenschijnlijk klein of groot ook.

De helden van de maand oktober zijn onze afstudeerders, die met de pandemie onverwachte drempels en hordes troffen op weg naar de eindstreep. Waar studenten ook onder normale omstandigheden al wat meer op zichzelf zijn aangewezen in de laatste fase van hun studie, werden hun discipline en doorzettingsvermogen door de coronacrisis - en de gedwongen fysieke afstand tot onze campus en elkaar - nog eens éxtra op de proef gesteld.

“Studeren in de bieb, stagelopen, een paar maanden naar het buitenland, even snel klankborden over je scriptie met je begeleider of met studiegenoten; tijdens de pandemie was lange tijd weinig nog vanzelfsprekend”, zegt Robert-Jan Smits, voorzitter van het College van Bestuur van de TU/e. “Het wegvallen van al onze vertrouwde roosters, ritmes, routines en rituelen heeft het afstuderen voor veel studenten tot een behoorlijke uitdaging gemaakt.”

Als je jezelf temidden van een dergelijke golf aan onverwachte beperkingen overeind weet te houden, al dan niet met improviseren, vallen en opstaan, dan verdient dat in de ogen van Smits niets minder dan grote bewondering. “Sinds een paar jaar zetten we tijdens onze academische viering MomenTUm met name onze afgestudeerde bachelors uitgebreid en terecht in de spotlight. Maar dit jaar verdienen zij én al onze kersverse masters dit podium meer dan ooit.”

Meer over onze strategie

Blijf ons volgen