Honderdste diploma voor de ontwerpersopleiding klinische informatica

Werken op het snijvlak tussen technologie en de zorg

27 juni 2022

Honderdste diploma tweejarige opleiding klinische informatica voor Sade Faneyte.

Sade Faneyte ontving afgelopen vrijdag het honderdste diploma van de post-masteropleiding klinische informatica. Foto: Angeline Swinkels

Van een wit papier in 2010 waarop de ontwerpersopleiding tot klinisch informaticus werd bedacht, tot het honderdste diploma dat afgelopen vrijdag werd uitgereikt aan Sade Faneyte. De tweejarige PDEng-opleiding tot klinisch informaticus heeft al vele alumni opgeleverd die werken aan complexe ICT-systemen en innovatieve technologieën zoals artificial intelligence (AI) in de Nederlandse zorginstellingen, zoals ziekenhuizen.

De zorg digitaliseert in rap tempo. Denk aan elektronische patiëntendossiers en het groeiende gebruik van software als medisch hulpmiddel. Zo gebeurt de medische beeldverwerking van bijvoorbeeld een echo dankzij de juiste software. Dit valt allemaal binnen het vakgebied van de klinisch informaticus. Maar ook het in goede banen leiden van complexe informatiesystemen en -stromen en het aanschaffen van nieuwe apparatuur voor bijvoorbeeld ziekenhuizen vallen daaronder.

“De complexiteit van processen in zorginstellingen wordt steeds groter, daar heb je mensen voor nodig met de juiste kennis van ICT en processen”, zegt Guido Zonneveld, mede-initiatiefnemer van de ontwerpersopleiding en docent bij Applied Physics. “Daarnaast kampt de zorg in Nederland met een personeelstekort. Technologie kan een oplossing bieden. Dat betekent een nieuwe manier van werken en veranderingen in organisaties. Het is ons vakgebied om ervoor te zorgen dat digitale middelen kunnen worden ingezet met de juiste kwaliteit en veiligheid”, zegt klinisch informaticus en alumnus René Verhaart, werkzaam in het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam.

Verhaart vervolgt: “Een klinisch informaticus denkt na over wat voor informatie moet worden overgebracht, hoe de informatie gestructureerd is en of het woordgebruik eenduidig is. Ziekenhuizen onderling gebruiken wel dezelfde taal, maar als de informatie naar een verpleeghuis of GGZ-instelling moet, is het belangrijk dat je het over hetzelfde hebt.”

Dynamiek

De dynamiek in gezondheidsorganisaties is vaak nog traditioneel: je maakt een afspraak, krijgt een onderzoek, en maakt een vervolgafspraak. “Met de digitalisering, bijvoorbeeld door E-health toepassingen waarbij je thuis metingen doet, moeten de processen ook veranderen. Niet alleen praktisch, maar ook bijvoorbeeld welke informatie je mag delen met elkaar, wie de kosten mag declareren bij de zorgverzekeraar. Daar denken artsen of bestuurders niet over na; dit is het vakgebied van de klinisch informaticus”, zegt Zonneveld. “Die overziet het geheel.”

De opleiding: klinische informatica

De post-masteropleiding klinische informatica is een tweejarige opleiding van de School of Medical Physics and Engineering Eindhoven, die post-masteropleidingen voor zorgprofessionals aanbiedt. Elk jaar starten zo’n twaalf trainees aan de opleiding. Na het afronden van de opleiding krijgen ze de graad Professional Doctorate in Engineering (PDEng). Per 1 september wordt dit veranderd in EngD.

De trainees solliciteren op een opleidingsplaats binnen een ziekenhuis of zorginstelling en komen daar in dienst voor twee jaar. Een dag per week volgen ze vakken aan de TU/e, de andere dagen werken zij in de zorginstelling aan kleine projecten en een ontwerpopdracht. Daarnaast is er een externe opdracht van drie maanden bij een externe partij. “Ze werken en leren dus tegelijkertijd”, zegt mede-initiator van de opleiding Guido Zonneveld.

De trainees hebben bij voorkeur al een paar jaar werkervaring voordat ze deze studie gaan volgen, zegt Zonneveld. “Als je net uit de schoolbanken komt, ken je de mores van het werkende leven nog niet, het is goed als je dat al een paar jaar hebt meegemaakt voor je aan deze opleiding begint. We krijgen ook mensen die al jaren in het beroep zitten, maar een betere theoretische basis willen. De opleiding geeft hen een enorme boost in hun ontwikkeling.”

Het werkt ook de andere kant op: “Ook ik leer elke dag als ik trainees begeleid”, zegt Zonneveld. “Ik zie ieder ingewikkeld project voorbijkomen, discussieer erover mee, combineer het met mijn kennis. Ik leer wat er in de verschillende ziekenhuis speelt en kan daarmee links leggen met andere ziekenhuizen die met eenzelfde probleem worstelen. Het voelt voor mij als een snoepwinkel waarin ik mag rondlopen, en het is een voorrecht dat ik met jonge mensen mag werken.”

Zonneveld betitelt de opleiding als ‘pittig’: “De trainees krijgen vaak moeilijke opdrachten, die al jaren niet van de grond komen in ziekenhuizen. Daar maken ze dan een ontwerpopdracht van voor onze trainees. We horen vaak van de trainees terug dat het ontzettend hard werken is, maar dat ze het niet hadden willen missen.”

De alumni werken veel in ziekenhuizen, maar ook bij bijvoorbeeld het instituut voor kankerregistratie Nederland, om de protocollen rond kankerzorg te verbeteren.

De honderdste: Sade Faneyte

Het snijvlak tussen technologie en de kliniek. Dat is wat Sade Faneyte zo trekt in haar werk als klinisch informaticus in het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam. Ze volgde de bachelor biofarmaceutische wetenschappen in Leiden, gevolgd door een master biomedische wetenschappen en liep onder andere stage in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Na deze studies twijfelde ze of ze wilde promoveren.

“Werken in het ziekenhuis vond ik heel leuk, ik besloot dat ik eerst meer werkervaring wilde opdoen.” Dat deed ze op Aruba, waar haar familie vandaan komt. Daar werkte ze in een klinisch-chemisch laboratorium binnen het lokale ziekenhuis. “De ene dag was ik bezig met het introduceren van nieuwe labsystemen, het adviseren van het management, de andere dag had ik gesprekken met artsen of apothekers. Mijn interesse in het spel tussen technologie en kliniek groeide met de dag en ik wilde teruggaan naar Nederland voor een opleiding op dit gebied”, vertelt Faneyte.

Ze vond een vacature voor een opleidingsplek klinische informatica in het Maasstad Ziekenhuis en solliciteerde vanuit Aruba op de plek - en werd aangenomen. Twee jaar later is ze de honderdste laureaat van de PDEng-opleiding.

Stappenplan

Faneyte heeft een stappenplan ontwikkeld dat kan helpen bij de beslissing voor het aanschaffen van medische hulpmiddelen die gebruikmaken van artificial intelligence (AI). “Hiermee kun je de introductie van deze nieuwe technologieën ondersteunen en alle uitdagingen die daarbij komen kijken in het ziekenhuis”, verduidelijkt Faneyte.

“De inzet van AI in de zorg is onvermijdelijk om de zorg efficiënt en betaalbaar te houden”, zegt Faneyte’s begeleider Raymond Sladek. “Het uiteindelijke doel is om meer tijd en aandacht te hebben voor de patiënt, door AI slim in te zetten als hulpmiddel.” Faneyte voegt toe: “Je moet weten wat AI-software wél en niet kan.”

“Als medische hulpmiddelen dankzij AI steeds meer voorspellend worden, als ze bijvoorbeeld een diagnose voorspellen, moet je goed kijken hoe je dit veilig kunt inzetten. Wat is het risico, en de impact? Dit is bij voorspellende systemen nog complexer dan bij normale software. Je moet het systeem testen, nadenken hoe je het introduceert, in welke fases je dat doet. En hoe je de zorgprofessionals die ermee moeten werken enthousiast krijgt. Ze hoeven niet alle ins en outs te weten, maar willen wel weten of de uitkomst die het systeem geeft klinisch relevant en betrouwbaar is. Voor al die vraagstukken heb ik een plan gemaakt welke stappen je moet nemen om de kwaliteit van de software te borgen. Het is een levend document, omdat het veld zich razendsnel ontwikkelt.”

Vervolgstap

Wat gebeurt er met het stappenplan? “De Raad van Bestuur van het Maasstad Ziekenhuis gaat de uitkomst van Faneyte’s ontwerp vaststellen. Dan kan het gebruikt worden als hulpmiddel bij de levenscyclus van medische software”, zegt ze. Begeleider René Verhaart vult aan: “Ik denk dat het ook binnen andere ziekenhuizen wordt opgepakt.”

Faneyte, die na haar opleiding blijft werken in het Maasstad Ziekenhuis als klinisch informaticus, hoopt dat haar ontwerp nog breder opgepakt wordt: “Ik heb het gedeeld op LinkedIn, daar zijn superveel reacties op gekomen van andere ziekenhuizen die enthousiast zijn en het ook willen gebruiken. Daarmee kan het stappenplan alleen maar beter worden.”

Het volgende project ligt al op Faneyte en haar collega’s te wachten in het Maasstad Ziekenhuis. “Ons ziekenhuis gaat als eerste binnen drie topklinische ziekenhuizen een AI-model voor ontslagvoorspelling op de intensive care implementeren. Dat is echt een grote casus.”

De geestelijk vader van de opleiding: Guido Zonneveld

Een wit vel papier. Dat was tien jaar geleden het startpunt voor de PDENg-opleiding tot klinisch informaticus. TU/e-alumnus Applied Physics Guido Zonneveld had al meer dan vijftien jaar ervaring in de ziekenhuiswereld als klinisch fysicus toen hij in 2010 met TU/e-hoogleraar Natuurkunde Herman Beijerinck aan dat witte papier ging zitten. “Als ik mezelf zou willen opleiden tot klinisch informaticus, wat zou ik dan moeten doen, welke vakken zou ik moeten volgen?”, vertelt Zonneveld over het startpunt van de ontwerpersopleiding die nu haar honderdste diploma heeft uitgereikt.

Zonneveld zag zichzelf in de loop van zijn carrière richting de klinische informatica bewegen. “Medische apparatuur werd steeds meer ICT-gerelateerd. Grote bestanden, zoals radiologiefoto’s, werden heen en weer gestuurd over het netwerk. Ik had interesse in ICT, maar binnen het ziekenhuis waren geen mensen die op het niveau van klinisch informaticus opereerden. Er moest een opleiding komen. TU/e-hoogleraar Herman Beijerinck durfde ervoor te gaan samen met mij.”

Ze brachten de opleiding onder bij de ontwerpersopleiding van de 4TU.School for Technological Design. Docenten werden gevonden bij de faculteiten Applied Physics, Mathematics & Computer Science en Industrial Engineering and Innovation Sciences en uit het werkveld zelf. “Ze komen overal vandaan en doceren met groot enthousiasme. Er is veel interactie, omdat het een kleine groep trainees is. Docenten leren hier zelf ook veel van”, betoogt Zonneveld.

De toekomst

Zonneveld, CIO en manager zorgtechnologie bij het BovenIJ Ziekenhuis in Amsterdam, ziet dat er in de loop der jaren een nieuwe beroepsgroep van klinisch informatici is ontstaan, en dat die niet meer weg te denken is in de zorg. “Ze werken aan enorm complexe systemen. Eerst ging het bijvoorbeeld om het implementeren van het elektronisch patiëntendossier, nu zijn het grote uitwisselingsvraagstukken waarin vooral samenwerking en kennis van complexe netwerken belangrijk zijn.”

In de toekomst voorziet Zonneveld grote vraagstukken rond de groeiende aanwezigheid van artificial intelligence in de zorg. “Dat gebeurt natuurlijk al volop, en het zorgt voor grote veranderingen in de zorg. Niet alleen voor de patiënten en behandelaars, maar ook voor de processen. Om AI goed te kunnen toepassen, heb je een klinisch informaticus nodig.”

De begeleiders: René Verhaart en Raymond Sladek

Raymond Sladek (rechts op het scherm tijdens de diplomaceremonie) is TU/e-alumnus Biomedical Engineering, is gepromoveerd bij Applied Physics en heeft de PDEng-opleiding tot klinisch fysicus gedaan. Hij werkt als klinisch fysicus in het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam en was een van de begeleiders van Sade Faneyte, die afgelopen vrijdag het honderdste diploma van de opleiding klinisch informatica ontving. Hij begeleidde haar samen met zijn collega, klinisch informaticus René Verhaart, die Biomedical Engineering studeerde aan de TU/e en promoveerde aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit.

Sladek legt het verschil uit tussen klinische fysica en klinische informatica: “Klinisch fysici focussen zich op klinische apparatuur en hulpmiddelen in interactie met de patiënten. Klinisch informatici richten zich meer op de software- en procesketen daarachter.”

Klinisch informaticus René Verhaart vult aan: “Medische apparaten worden steeds meer door software gedreven. Neem een echo-apparaat: de medische beeldverwerking gebeurt volledig met software. De informatie van de echo wordt via een netwerk verstuurd om ergens anders met behulp van IT verwerkt te worden. Die keten is het vakgebied van de klinisch informaticus.” Sladek vult aan: “Met als gezamenlijk doel dat zowel de patiënten als de artsen geholpen worden.”

“De grote meerwaarde voor ons als ziekenhuis om mee te werken aan de opleiding klinische informatica is kennis, heel veel kennis”, zegt Sladek. “De trainees worden volgestopt met kennis tijdens hun opleiding die ons ten goede komt. Maar ook het netwerk is van belang. Elk jaar volgen gemiddeld zo’n twaalf trainees de PDEng-opleiding, dat vormt een mooi netwerk van professionals die door heel Nederland actief zijn in zorginstellingen.” De TU/e fungeert daarbij volgens Sladek als een kennishub, één centrale plek waar alle kennis samenkomt.

“De universiteit in Eindhoven heeft altijd hele goede relaties gehad met ziekenhuizen voor opleidingen. Die connecties zijn waardevol, want daar komen weer mooie projecten en samenwerkingen uit voort”, zegt Sladek.

Hij is te spreken over de gedegen wetenschappelijke begeleiding die de TU/e biedt aan de trainees. Het Maasstad Ziekenhuis is geen academisch ziekenhuis. “De wetenschappelijke begeleiding vanuit de TU/e is daarom heel waardevol voor ons. Voor medische technologie moet je echt in Eindhoven zijn, veel klinisch fysici zijn opgeleid in Eindhoven, daar ben ik best trots op als alumnus.”

Uit onze strategie: over samenwerking

We werken intensief samen met de industrie, overheden en andere kennisinstellingen. Binnen de opleiding Klinische Informatica werken we jaarlijks samen met zo'n tien instellingen in de gezondheidszorg, waaronder ziekenhuizen.

Dankzij de samenwerkingen, heeft ons onderzoek meer impact voor onze samenleving. Samenwerken doen we op regionaal, nationaal en internationaal niveau.

Lees meer over onze Strategie 2030.

Brigit Span
(Corporate Storyteller)

Meer over onze strategie

Blijf ons volgen