Studieopbouw

De TU/e onderscheidt zich door de vrije keuzeruimte en combinatie van vakken en projecten. Tijdens de studie Medische Wetenschappen en Technologie vergaar je kennis door het volgen van colleges, waar de theorie wordt uitgelegd. In begeleide zelfstudie oefen je met de theorie door het maken van opgaven. De opgedane kennis pas je vervolgens toe in projecten, wat Challenge Based Learning (CBL) wordt genoemd. Samen met medestudenten werk je in groepsverband aan een complexe, uitdagende casus. Daarvoor is een integrale aanpak nodig, verschillende disciplines die intensief samenwerken en hun plannen en activiteiten op elkaar afstemmen. Dat leer je met Challenge Based Learning.

Eerste jaar

In het eerste jaar volg je een aantal vakken en werk je aan CBL-projecten, samen met de studenten van het programma Biomedische Technologie. Je kunt in dat eerste jaar nog eenvoudig wisselen tussen beide programma's. In de Skills experience ga je aan de slag in uitdagende practica, om belangrijke vaardigheden te ontwikkelen die je als biomedisch ingenieur nodig hebt. Daarbij doe je vier praktijkopdrachten: op het gebied van biochemie, imaging, mechanica en data-analyse.

Tweede en derde jaar

Tijdens het tweede en derde jaar ga je je specialiseren in biomedische onderwerpen zoals regeneratie, immunologie en microscopie. Hierbij is er veel aandacht voor de technologische aspecten van het onderzoek naar deze onderwerpen.

Naast de verplichte vakken kies je zelf vakken die je interessant vindt. De laatste maanden van je bacheloropleiding ga je zelfstandig aan het werk bij één van de onderzoeksgroepen voor je Bachelor Eindproject. Dit is een goede voorbereiding op je stage en onderzoeksproject tijdens je masteropleiding.

Meer weten over het curriculum van het programma Medische Wetenschappen en Technologie? Kijk dan in de studiegids*.

*Let op: De studiegids is een document dat als informatiebron gebruikt wordt door zittende studenten. Er staat gedetailleerde, praktische informatie in die van belang is gedurende de opleiding.