Studieopbouw

Binnen de Master Science Education kun je je specialiseren in één van de vijf tracks die bij deze master horen:  

  • leraar informatica;  
  • leraar natuurkunde; 
  • leraar O&O;  
  • leraar scheikunde; 
  • leraar wiskunde.  

Voor O&O geldt dat je een beperkte tweedegraadsbevoegdheid in een van de andere vakken erbij haalt. Daarmee ben je als leraar op een VO school breder inzetbaar. 

Het studieprogramma van de Master Science Education bestaat uit twee delen:  

  • het vakinhoudelijke deel, dat direct gerelateerd is aan het vakgebied waarin je leraar wilt worden;  
  • het beroepsgerichte deel, dat is gericht op de beroepscompetenties van een leraar. 

Programma 
De master duurt twee jaar en bestaat uit 120 EC. In het eerste jaar maak je kennis met het beroep van leraar, zowel in theorie (vakdidactiek) als in de praktijk. Je volgt een stage en krijgt intervisie. Daarnaast begin je met het verbreden van je vakinhoudelijke kennis van de door jou gekozen specialisatie.  

In het tweede jaar laat je zien wie jij als leraar wil worden: je bepaalt je professionele identiteit. Daarnaast toon je aan dat je modern bètaonderwijs kan ontwerpen. Ook in het tweede jaar is het mogelijk om je stage te doen.  

Studenten die reeds een master in bezit hebben volgen in beginsel het programma van de verkorte (eenjarige) master SE in het schema. Eventueel worden deficiëntievakken gevolgd voor de gewenste specialisatie informatica, natuurkunde, O&O, scheikunde of wiskunde. 

Studenten die met een bachelor beginnen aan de Master SE volgen het tweejarige programma. Elke student stelt samen met de vakdidacticus en de studieadviseur een individueel studieprogramma op wat wordt goedgekeurd door de Examencommissie van ESoE. 

Stage

Voor het halen van je lesbevoegdheid loop je stage op een school voor voortgezet onderwijs. Deze stage vraag je aan bij het onderwijsbureau van ESoE, dat je koppelt aan een school. Deze school staat, zo mogelijk, in de regio van jouw keuze. Tijdens je stage leer je wat voor leraar je wil worden en ontwikkel je jezelf tot de beste leraar die jij kunt zijn. Tijdens je stage krijg je intervisie: in een groep met medestudenten, begeleid door een tutor, bespreek je je eigen groei, de gang van zaken op school en allerlei voorkomende zaken. Deze gesprekken vinden plaats in een veilige omgeving.   

Naast de stage in het VO kun je een bedrijfsstage doen. Hierbij maak je kennis met de technische processen in het bedrijf van jouw keuze en leer je deze om te zetten in lesmateriaal voor het bedrijf of voor leerlingen in het VO (in de vorm van een gastles). Ook kun je een onderzoeksstage doen: een (internationale) stage bij een onderzoeksgroep, waarmee je als tweejarige masterstudenten je afstudeeronderzoek invult.  

 

Afstudeerproject

Het afstudeerproject van de verkorte master Science Education bestaat uit het maken en uitvoeren van een onderwijsontwerp. Dit doe je in groepjes van twee tot acht studenten. Het onderwijsontwerp is gebaseerd op literatuur en het past goed binnen de onderwijspraktijk. Onderwerpen voor afstudeerprojecten worden vaak aangedragen door scholen, instellingen en bedrijven en voldoen dus aan de eisen van deze klant.  

Tweejarige masterstudenten Science Education voeren een langer afstudeerproject uit. Ze werken verder aan het ontwerp dat ze met een groep zijn gestart óf doen een groot afstudeeronderzoek bij een onderzoeksgroep.  

Meer informatie over het afstuderen vind je in de Studiegids. Afstudeerverslagen kun je vinden zijn op de repository van de Universiteitsbibliotheek. 

 

Premaster 

Heb je geen vooropleiding gevolgd aan de TU/e of een andere technische universiteit? Er zijn verschillende premaster-programma’s voor studenten met, bijvoorbeeld, een HBO achtergrond. Na zo’n programma, dat je samenstelt op basis van de specialisatie die je kiest voor je master, kun je aansluitend aan de master Science Education beginnen. Je meldt je dus eerst aan voor de master, daarna stel je je individuele premasterprogramma op. Meer informatie over de premaster vind je in de studiegids.