DENS wil groeien: 'Onze ontevredenheid is onze drive om door te gaan'
Wat begon als een bevlogen studentenproject aan de TU Eindhoven (TU/e), is nu een snelgroeiend bedrijf.
Het Brabantse techbedrijf DENS maakt generatoren die op mierenzuur draaien. Wat begon als een idee van studenten van de TU Eindhoven, is nu een snelgroeiend bedrijf. “Terugkijkend, zijn we best trots op wat we hebben bereikt”, zegt Max Aerts, CEO van het Brabantse techbedrijf DENS. “Alleen als je kijkt naar waar we willen zijn, dan zijn we nog ontevreden. We willen veel verder zijn.”
DENS maakt generatoren die op mierenzuur draaien. Daarmee zijn deze aggregaten een alternatief voor vervuilende dieselgeneratoren die onder meer in de landbouw, de bouw en mijnbouw worden gebruikt. In zijn kantoor op de Automotive Campus Helmond vertelt Aerts over hoe onbezonnen ze als studenten begonnen en hoe ze al doende leerden en groeiden naar een productiebedrijf.
START-UPS EN SPIN-OFFS
De TU Eindhoven (TU/e) is een broedplaats van nieuwe ideeën die leunen op wetenschappelijk onderzoek. Soms groeien deze ideeën uit tot spin-offs en start-ups. Daarmee komt wetenschappelijk onderzoek een stap dichter bij de maatschappij. In samenwerking met The Gate en Innovation Origins zet de TU/e elke maand een innovatieve onderneming in de schijnwerpers die voortvloeit uit wetenschappelijk onderzoek. In aflevering 1: DENS.
Aerts’ kantoor kijkt uit op de binnenplaats waar vier containers prijken. Het zijn de eerst verkochte exemplaren. De kopers? Vastgoed-, infra-, engineering,- en bouwondernemingen Heijmans en TBI die hun dieselgeneratoren vervangen door DENS aggregaten. Ze worden ingezet om de geëlektrificeerde voertuigen en machines ter plaatse op te laden. Via verhuurpartners zoals F&L Powerrental en FullTank kunnen weer andere bedrijven ervaring op doen met het Hydrozine aggregaat.
In de container bevindt zich een tank. Daarin zit zo’n 6000 liter Hydrozine. “Omgerekend is dat ongeveer 3,5 megawattuur (MWh) aan energie,” licht Aerts toe. “Dat is ongeveer genoeg om bij gemiddeld gebruik een bouwplaats een maand van energie te voorzien.”
Investering
Er zit een bonk technologie verwerkt in het systeem. Niet alleen om de brandstof op te wekken maar ook om het gebruiksvriendelijk te maken. Via een interface op de zijkant van de container is het systeem in te stellen. En software laat weten wanneer een tank bijgevuld moet worden. De eigenaar van FullTank heeft zijn tankwagen aangepast om Hydrozine te vervoeren. Aerts: “Met onze informatie over de inhoud van de verschillende tanks kan hij de meest efficiënte route rijden.”
Het bedrijf groeit snel. Zo’n dertig mensen werken er aan de techniek. “Volgende week komen er vijf bij. En we zoeken nog mensen, we hebben twaalf vacatures.” Daarnaast houden vijf mensen zich bezig met onder meer de inkoop, sales en marketing. “We hebben vorige week onze eerste marketing medewerker aangenomen.”
Eind vorig jaar haalde het bedrijf een investering van schone-energieconglomeraat Koolen Industries en Rabobank binnen. Daarmee wil Aerts echt gaan produceren. Groeit het bedrijf nog verder, dan is er meer ruimte nodig. Het bedrijf barst nu al bijna uit zijn voegen. Er wordt druk verbouwd om meer ruimte te maken voor de toekomstplannen. “We hebben nu, met verbouwing, plek om jaarlijks zo’n dertig exemplaren te bouwen, maar als we naar honderd willen dan moeten we echt naar een groter pand.”
Onze droom is om alle dieselmotoren te vervangen met ons motorblok.
ASML-model
Binnenkort verhuizen de niet-technische mensen naar het hoofdgebouw op de Automotive Campus. Dan is het gebouw puur en alleen om te bouwen en te ontwikkelen, zegt Aerts. Omdat het bedrijf zelf de prototypes wil blijven ontwikkelen, beschikt het pand ook over eigen frasemachines en draaibanken. “Wij ontwikkelen de prototypes. Als die rijp zijn voor serieproductie, dan schakelen wij daarvoor partners in. We kopiëren het ASML-model een beetje: je product opknippen in modules en die voor de assemblage bij partners neerleggen. De eindassemblage en het testen doen we weer hier.”
Aerts had met zijn onderneming eigenlijk al veel verder willen zijn. Hij zou wellicht zaken nu anders aanpakken dan toen bij het begin. “Maar misschien is die onbevangenheid, waarmee we als studenten begonnen, wel heel goed geweest. Je weet nog niet wat beperkende factoren kunnen zijn, die zie je helemaal niet. Je ziet geen problemen en gaat ervoor. Dat is ook echt nodig om stappen te kunnen zetten.”
Samen met vier mede-studenten nam Aerts, in 2015, deel aan het Honors programma van de TU/e. Het team wilde een auto op mierenzuur laten rijden. Aan het eind van het programma reed een meter grote modelauto daadwerkelijk op mierenzuur.
Team FAST
Tijdens de eindpresentatie in januari 2016 kwam het team in contact met VDL. “Zij vonden dat we bezig waren met een interessant stukje techniek; een makkelijke manier om waterstof op te slaan. Of we dat in een bus van VDL wilden bouwen. We zeiden volmondig ‘ja’ tegen de opdracht, naïef als we waren beloofden we dat binnen een jaar te doen.”
Aerts besloot, samen met een aantal anderen, een tussenjaar in te lassen om de techniek verder te ontwikkelen. “Als zo’n groot bedrijf als VDL interesse heeft, dan moet er wel iets inzitten.” Ze richtten Team FAST op. Na een jaar zouden ze weer gaan studeren. Dan zou een nieuwe generatie studenten het moeten oppakken. “Dat was de bedoeling”, zegt Aerts. Aerts keerde echter, na het cum laude behalen van zijn bachelor, niet meer terug naar de collegezalen. Ook voegde Tijn Swinkels, CTO van DENS, zich in 2016 bij het studententeam.
Aerts: “Achteraf gezien erg overmoedig. We dachten dat we alle onderdelen op een zelfde manier konden gebruiken in een rijdende bus.” Dat bleek wel wat meer voeten in de aarde te hebben. “Je loopt tegen veel problemen aan als je naar duizend keer grotere schaal gaat.” In die tijd wisten de studenten financieringen binnen te halen van de regionale ontwikkelingsmaatschappij, BOM, het Brabants Startup fonds en de Rabobank.
Drive
Aerts en Swinkels besloten in 2018 een bedrijf te starten: DENS. Ze gingen zich vooral richten op de techniek. En rijdende toepassingen werden stilstaande. “Dat is technisch gezien iets minder ingewikkeld.” Ze deden geen uitspraken over wat wanneer klaar zou zijn. “Dat hebben we wel geleerd: zorgen dat het werkt en dan pas naar buitentreden.” In die tijd speelde ook de stikstofcrisis het bedrijf “een beetje in de kaart”.
“Toen moest iedereen als een gek gaan elektrificeren. Overal kwamen, als paddenstoelen uit de grond, elektrische graafmachientjes. Maar dan sta je middenin een weiland iets te bouwen en dan is zo’n accu leeg. In zo’n weiland of bij het bouwen van een weg of nieuwbouwwijk is niet zo gauw stroom te vinden.”
Daar biedt het systeem van DENS een oplossing voor. Op dat moment tijdens het interview, haalt een vorkheftruck net het brandstofsysteem uit de container. Zo op het oog een compact systeem waarmee de elektrische machines van bijvoorbeeld Heijmans over een poosje worden opgeladen. “Maar het kan nog compacter”, stelt Aerts. “Wij willen uiteindelijk naar de grootte van een motorblok. Onze droom is om alle dieselmotoren te vervangen met ons motorblok. Daarnaast blijven we ons richten op de aggregaten.”
“Onze ontevredenheid is misschien wel onze drive om door te gaan. Waar we ook tegenaan lopen, we gaan door.”