Niet de slaapduur maar de slaapkwaliteit bepaalt de slaapperceptie

10 december 2020

Mensen met chronische slapeloosheid slapen niet zozeer korter, maar vooral minder aaneengesloten

Mensen met chronische slapeloosheid worden vaker wakker tijdens de nacht, waardoor ze het gevoel hebben dat ze slechter slapen. Dat concludeert promovenda Lieke Hermans. In haar proefschrift onderzocht ze de slaapkwaliteit bij mensen met slapeloosheid. Met haar resultaten kunnen de oorzaken van slapeloosheid in de toekomst beter begrepen worden. Ook hoopt Hermans dat patiënten zich door haar onderzoek serieuzer genomen voelen, omdat er een betere verklaring komt voor hun slaapklachten. Lieke Hermans verdedigt op 11 dec haar proefschrift bij de faculteit Electrical Engineering van de Technische Universiteit Eindhoven.

Ongeveer 1 op de 10 volwassenen heeft last van chronische slapeloosheid, ook wel insomnie genoemd. Zij zijn erg ontevreden met hun slaappatroon en ervaren klachten zoals vermoeidheid, concentratieproblemen en stemmingsstoornissen. Dit heeft een grote impact op hun dagelijks leven. Maar wanneer de slaap van mensen met slapeloosheid wordt gemeten in een slaaplaboratorium, kunnen de klachten niet altijd helemaal worden verklaard door de gemeten hoeveelheid slaap. Veel patiënten dénken dat ze lang wakker liggen, terwijl metingen laten zien dat ze juist relatief snel in slaap vielen.

Wetenschappers denken daarom dat niet alleen de hoeveelheid slaap belangrijk is, maar ook de kwaliteit van de slaap. Mogelijk zorgt een slechte slaapkwaliteit ervoor dat mensen met slapeloosheid het gevoel hebben dat ze weinig slapen, terwijl dat eigenlijk niet zo is. Slaapkwaliteit is nog een relatief onbekend fenomeen in de wetenschap. Promovendus Lieke Hermans wilde hier meer over te weten komen.

Eerste uur slaap in de nacht is bepalend

In haar proefschrift onderzocht ze daarom mensen met slapeloosheid, en keek ze naar het verband tussen wakker worden tijdens de nacht en de gemeten slaapkwaliteit. Hermans: “Kort wakker worden aan het begin van de nacht blijkt een belangrijke invloed te hebben op het gevoel van in slaap vallen, vooral bij mensen met slapeloosheid.”

Hermans ontwikkelde daarop een index die de gevoeligheid van een individu voor slaapfragmentatie, ofwel korte stukken slaap, kan uitdrukken. Dit is de sleep fragment perception index (SFPI) geworden. Deze meetmethode kan gebruikt worden om de oorzaken van slapeloosheid beter te analyseren. Hermans: “We vergeleken de index van gezonde slapers en mensen met slapeloosheid. Die laatste groep bleek langere stukken slaap nodig hebben om te ervaren dat ze ook echt slapen. Iemand met slapeloosheid die binnen een half uur na het in slaap vallen weer wakker wordt, kan het gevoel hebben dat hij die tijd niet geslapen heeft, terwijl goede slapers maar 10 minuten aangesloten slaap nodig hebben om zich bewust te zijn van hun slaap.”

Ook het effect van slaapmedicatie op het gevoel van in slaap vallen, kan met deze index onderzocht worden. Hermans ontwikkelde bovendien een methode om de fragmentatie van slaap te kunnen vergelijken tijdens de hele nacht. Zo kon ze zien hoe vaak mensen wakker worden uit verschillende soorten slaap. Hermans: “Mensen met slapeloosheid werden over het algemeen vaker wakker dan gezonde slapers, met name tijdens de Non-REM slaap, de niet-droomslaap of ‘normale slaap’”.

PhD-thesis: Sleep structure & sleep perception in insomnia. Supervisors: Sebastiaan Overeem, Merel van Gilst en T.R.M. Leufkens. Dit onderzoek maakt deel uit van het Eindhoven MedTech Innovation Center (e/MTIC), een samenwerkingsverband van het Catharina Ziekenhuis, het Maxima Medisch Centrum, het Centrum voor Epilepsie en Slaapproblemen Kempenhaeghe, Philips en de TU/e.

Mediacontact

Hilde van Genugten - de Laat
(Science Information Officer)