GO-e consortium onderzoekt energieflexibiliteit in gebouwde omgeving

23 maart 2021

Het nieuw opgerichte Consortium GO-e (Gebouwde Omgeving Elektrificatie) onderzoekt of slimme flexibiliteitsdiensten een alternatief kunnen bieden voor verzwaring van het elektriciteitsnet in de gebouwde omgeving. Het samenwerkingsverband bestaat uit regionale netbeheerders, diensten- en technologieleveranciers, adviseurs en kennisinstellingen samen met consumenten en zakelijke energiegebruikers. Aan TU/e de taak om te waarborgen dat de keuzes van nu ook op de langere termijn gunstig zijn en toekomstige ontwikkelingen niet in de weg zitten. RVO heeft het consortium een subsidie van 5,7 miljoen Euro toegekend voor het project dat loopt tot begin 2024.

Door de groei van het aantal warmtepompen, elektrische auto’s en zonnepanelen in de gebouwde omgeving ontstaan grote uitdagingen, zoals het voorkomen van  overbelasting, in het regionale (en landelijke) elektriciteitssysteem. Groei van deze technologieën biedt echter ook kansen om slimme flexibiliteitsdiensten op grote schaal in te zetten in de gebouwde omgeving.

Flexibiliteit als alternatief voor verzwaring

Flexibiliteit ontstaat wanneer gebruik of opwek van elektriciteit kan worden gevarieerd  in de tijd. Bijvoorbeeld door het laden van elektrische auto’s te verplaatsen naar de nacht, wanneer het minder druk is op het elektriciteitsnet. Ook warmtepompen kunnen flexibiliteit bieden. De inzet van flexibiliteit wordt vaak genoemd als alternatief voor netverzwaring. Om te bepalen hoe realistisch dit is, ontwikkelt GO-e rekentools en methodieken  waarmee regionale netbeheerders onderbouwd kunnen beslissen of, wanneer, waar en hoe flexibiliteit ingezet kan worden om overbelasting van het elektriciteitsnet te voorkomen. Bob Ran van TNO en projectcoördinator: “Daarbij onderzoeken we bij welke prikkels consumenten en bedrijven bereid zijn om flexibiliteit ter beschikking stellen aan de netbeheerder. GO-e draagt hiermee niet alleen bij aan invulling van het ‘verzwaren tenzij’ kader van Netbeheer Nederland, maar zet ook cruciale stappen richting het verwezenlijken van een toekomstig flexibele energiesysteem.”

Flexibilisering van energiegebruik

Om in de toekomst voldoende flexibiliteit in het energiesysteem beschikbaar te hebben gaat het GO-e consortium schaalbare flexdiensten ontwikkelen. Hierdoor wordt het voor consumenten en bedrijven mogelijk om geautomatiseerd, dus zonder omkijken, flexibiliteit uit bijvoorbeeld auto’s beschikbaar te maken voor hun energieleverancier. De energieleverancier zorgt vervolgens dat dit bijdraagt aan een betere benutting van lokale energiebronnen en reductie van de toenemende piekbelasting van regionale elektriciteitsnetten.

Inclusieve oplossingen

Het op grote schaal flexibiliseren van ons elektriciteitsgebruik kan alleen slagen wanneer eindgebruikers op grote schaal participeren. Daarom staan consumenten en zakelijke energiegebruikers centraal in het ontwerp van de flexdiensten en -producten in GO-e. In vier living labs  worden daarom de voorkeuren van eindgebruikers al tijdens de ontwerpfase van de diensten meegenomen. Drie living labs zijn in woonwijken in Houten, Heeten en Loenen (Veluwe) waar flexibiliteitsdiensten voor consumenten worden ontwikkeld. De vierde is een distributiecentrum van Albert Heijn waar diensten worden ontwikkeld om flexibiliteit uit het laden van elektrische vrachtwagens slim in te zetten.

Validatie in realistische omstandigheden

TU/e geeft leiding aan de technische validatie van de mechanismen voor inzet van flexibiliteit die binnen het project ontwikkeld gaan worden. Dit gebeurt door grondige simulatie van scenario’s in een realistische en toekomstige context, onder andere aan de hand van een aantal archetypische wijken en bijbehorende transitiescenario’s. Centraal staat de vraag in welke gevallen gebruik van flexibiliteit in de gebouwde omgeving overbelasting van het netwerk kan voorkomen. “De inzet van de industriepartijen in het consortium is om besliskaders en flexdiensten te ontwikkelen die kort na afloop van het project in de praktijk ingezet kunnen worden,” vertelt Koen Kok, professor Intelligente Energiesystemen aan de TU/e. “Validatie in realistische toekomstscenario’s is belangrijk om inzicht te hebben in de brede implicaties van deze keuzes. Het is onze taak om te waarborgen dat de keuzes van nu ook op de langere termijn gunstig zijn en toekomstige ontwikkelingen niet in de weg zitten.”

 

Consortium

Het GO-e consortium is een samenwerking van Alliander, Enexis, Stedin, ElaadNL, Greenchoice, Recoy, Itho Daalderop, ETPA, Technolution, Phase to Phase, DNV GL, Witteveen + Bos, TU Eindhoven, TU Delft, onder leiding van TNO. Samen met de eindgebruikers uit de living labs vertegenwoordigt dit consortium de gehele keten van partijen die nodig is om flexibilisering te laten slagen. Het consortium ontving van RVO een subsidie van 5,7 miljoen Euro in de MOOI regeling van de Topsector Energie (MOOI: Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie).

 

Voor meer informatie: prof.dr. Koen Kok