NWO-subsidie om de meest krachtige ijzerpoeders aan te wijzen

27 februari 2024

De NWO-beurs van 845.000 euro is voor onderzoek naar het gebruik van ijzerpoeder als duurzame energie.

Giulia Fonotello en Xiaocheng Mi. Foto: Angelique Swinkels

Onderzoekers Xiaocheng Mi en Giulia Finotello van het TU/e instituut  EIRES hebben een beurs gekregen binnen het Open Technologieprogramma van NWO. De subsidie van 845.000 euro stelt hen in staat om één postdoc en twee promovendi aan te stellen en de volgende stap te zetten in het grootschalige gebruik van metaalpoeders als duurzame energie. 

Illustratie van de 'Metal-enabled Cycle of Renewable Energy' (MeCRE) met ijzerpoeders

Grote uitdaging

Een van de grootste uitdagingen in de energietransitie is het overwinnen van de mismatch tussen een continue energievraag en het aanbod van duurzame bronnen zoals windmolens en zonnepanelen. Want die leveren niet altijd evenveel energie.

IJzerpoeder wordt beschouwd als een van de meest veelbelovende circulaire dragers van hernieuwbare energie, vanwege de hoge energiedichtheid, het koolstofvrije karakter, en het hoge potentieel van recycleerbaarheid.

 

TU/e en hun belangrijkste industriële partner op dit gebied, Metalot, zijn wereldleiders in het fundamentele onderzoek en de technologische ontwikkeling van ijzerpoeder als energiedrager.

Enorme hoeveelheid poeder nodig

Om een zogenaamde Metal-enabled Cycle of Renewable Energy (MeCRE) op wereldwijde schaal op te zetten, is een enorme hoeveelheid ijzerpoeder nodig.

De focus van dit nieuwe project binnen de Power & Flow groep aan de faculteit Werktuigbouwkunde van de TU/e is om te bepalen welke productiemethode voor poeder leidt tot optimale poedereigenschappen voor cyclische verbranding en reductie.

In het project zullen de onderzoekers de poedereigenschappen evalueren van "verse" ijzerpoeders afkomstig van verschillende grondstoffen die worden geleverd door de User Committee Members, waaronder KWR Water Research Institute (Nederland), ArcelorMittal (Frankrijk), Pometon Spa (Italië), en Companhia Siderúrgica Nacional (Brazilië). Maar ook kijken ze naar poeders die zijn onderworpen aan meerdere cyclische verbrandings- en reductieprocessen.

Microstructuur van natieve ijzerdeeltjes en deeltjes na het verbrandings- en reductieproces. Deel 1.

Samenwerken

"Samenwerking met industriële partners zal de ontwikkeling en implementatie van ijzerpoeder als energiedrager versnellen", legt Giulia Finotello uit.

Het team zal de speciale ijzerpoeder-verbranders van de TU/e gebruiken om de verbrandingseigenschappen van verschillende poeders te onderzoeken.

"Bovendien zullen de aan de TU/e ontwikkelde fluidized-bed reactors worden gebruikt om hun reductie-eigenschappen (het proces waarbij zuurstof uit het poeder wordt verwijderd) te onderzoeken met behulp van waterstofgas," voegt Finotello toe.

Microstructuur van natieve ijzerdeeltjes en deeltjes na het verbrandings- en reductieproces. Deel 2

Betere selectie en productie

Met dit project streven de onderzoekers ernaar een natuurkundig antwoord te geven op de vraag welke industriële ijzerpoedergrondstoffen de beste circulaire energiedragers vormen.

Het resultaat zal niet alleen richtlijnen bieden bij het selecteren van kandidaat-poeders voor het circulaire gebruik van hernieuwbare energie, maar zal ook leiden tot betere productiemethoden voor poeder.

"De ontwikkeling van MeCRE met ijzerpoeder staat nog in de beginfase maar vordert snel," merkt Xiaocheng Mi op.

"In tegenstelling tot in meer volwassen energie-industrieën kan fundamenteel onderzoek belangrijke vragen beantwoorden die worden gesteld door onze industriële partners die graag willen bijdragen aan deze transformerende campagne voor duurzaamheid."

Cindy de Koning
(Communication Advisor)

Het laatste nieuws

Blijf ons volgen