De dilemma’s van een zorgrobot in huis

9 oktober 2020

Wat doet een zorgrobot in huis met onze privacy en autonomie? Gaat robotisering ten koste van menselijk contact en kwaliteit van zorg?

De zorgrobots komen eraan, dat is een feit. Met de toenemende vergrijzing kunnen ze een aanwinst zijn in de grote vraag naar zorg voor ouderen. Tegelijk zijn er ook de angstbeelden van wegkwijnende, eenzame ouderen verzorgd door gevoelloze robots. Hoe gaan we voorkomen dat robotisering leidt tot ontmenselijking? Met techniekfilosoof Lambèr Royakkers verkennen we de ethische dilemma’s rond zorgrobots waar we een antwoord op móeten hebben. Wat zouden jouw voorkeuren zijn?

 

WILLEN WE EIGENLIJK WEL ZORGROBOTS INZETTEN VOOR DE OUDERENZORG?

  • Ja

    De hoeveelheid hulpverleners kan niet op tegen de groeiende behoefte aan zorg voor ouderen. Zorgrobots laten ouderen langer zelfstandig thuis wonen, hebben geen stress, zijn 24 uur per dag inzetbaar en vergeten nooit medicatie te geven.

  • Nee

    Robots zijn vooral effectief, efficiënt en onpersoonlijk. Dat is het tegenovergestelde van zorg, dat staat voor warmte, empathie en aandacht.

Lambèr Royakkers is universitair hoofddocent ethiek van technologie aan de Technische Universiteit Eindhoven. Zijn onderzoek beschrijft het raakvlak tussen ethiek, recht en technologie, met een bijzondere focus op robotica en kunstmatige intelligentie.

Royakkers: “We kunnen er niet onderuit: er gaat een enorm tekort komen aan zorgpersoneel. Dat ontstaat voornamelijk door een veroudering, of ‘vergrijzing’ van de samenleving. Het deel van de populatie dat 65 jaar is of ouder stijgt naar verwachting naar 30% in 2060. Daarbij worden we ook ouder: onze levensverwachting bij geboorte stijgt van gemiddeld 79,6 naar 86,9 in 2060.

Met name de groei van de oudste groep (boven de 80 jaar) zal de druk op de zorg doen toenemen met hun behoefte aan gezelschap en de benodigde hulp in alledaagse taken. Ontwerpers van robots hebben hoge verwachtingen: dankzij zorgrobots is méér zorg mogelijk, met meer invloed op de zorg zelf en een lagere werkbelasting voor zorgprofessionals.

De vraag is wat voor rol we de robot laten spelen: als metgezel, assistent of zorgverlener. Van belang is ook dat ouderen actief worden betrokken bij het ontwerp van deze robots: zij weten als geen ander wat ze nodig hebben. Dat zorgt voor betere acceptatie van robots in hun bijzijn.”

 

Is onze privacy in het geding als we zorgrobots of domotica inzetten?

  • Ja

    Om zorgvragers goed te kunnen ondersteunen moeten ze enerzijds gemonitord kunnen worden – bijvoorbeeld met camera’s of sensoren – en daarnaast moeten veel gegevens verzameld worden om hun welzijn en gezondheid te volgen.

  • Nee

    Nee, want het verzamelen van gegevens is nu eenmaal nodig om goede zorg te krijgen, dat is belangrijker dan de privacy. Liever naakt in bad gefilmd worden, dan vallen en bewusteloos raken terwijl niemand het merkt.

Foto: Guiding Environment (Mohammadi, 2017)

Royakkers: “Het privacyvraagstuk speelt vooral bij domotica, dat we nu al geïntroduceerd zien worden. Domotica omvat de technologie in en om het huis om de bewoner makkelijker te voorzien in zijn behoeftes, zoals automatisch openende deuren, alarmsystemen of systemen die artsen de mogelijkheid geeft op afstand de gezondheid te monitoren.

Dankzij domotica hoeven mensen minder lang in ziekenhuizen te liggen en revalideren ze vaker thuis. Ook is dankzij de online monitoring een bezoek aan ziekenhuizen minder nodig, en hoeven zorgverleners niet bij de patiënt thuis te komen.

Dit gaat echter altijd ten koste van de privacy. Wie vindt het fijn om door een camera gevolgd te worden als je niet aangekleed bent of in bad gaat? Van belang is ook wie de gegevens verzamelt. Wie garandeert dat de gegevens veilig zijn? Dit zijn vragen waar de politiek en ontwerpers een antwoord op moeten hebben, voordat het innovatie blokkeert. Een balans is nodig tussen een zeker recht op privacy en het belang om zelfstandig thuis te kunnen wonen."

 

Zijn robots in staat om een ‘maatje’ te zijn voor ouderen?

  • Ja

    Robots kunnen ouderen gezelschap houden en helpen met hun dagelijkse bezigheden, zodat ze langer zelfstandig thuis kunnen wonen.

  • Nee

    Robots tasten de autonomie van ouderen aan. Ook zullen ze nooit een echte relatie met een mens kunnen opbouwen.

     

De zorgrobots van studententeam Tech United van de TU/e: v.l.n.r NAO (Aldebaran), Human Support Robot (HSR - Toyota), PICO (verbouwde Gostai Jazz), Pepper (Aldebaran), AMIGO en SERGIO.

Royakkers: “Waar robots nu nog de vorm aannemen van vrij onhandige kolossen met onnatuurlijke stemmen is de droom van ontwerpers om tot multifunctionele apparaten te komen die reageren op emotie en zelf ook emotie kunnen tonen. Dat duurt nog wel even overigens, aangezien de meest fundamentele zaken als localisatie en navigatie tot nu toe al een grote uitdaging blijken.

De vraag is of een robot die je kunt negeren, pauzeren of uitzetten wel een betekenisvolle relatie met je kan opbouwen. Sommige ethici spreken zelfs van een ‘simulacra’, een imitatie van echte sociale interactie. Onze relaties met andere mensen zijn vaak onvoorspelbaar, soms onverwacht of ongemakkelijk. Dat maakt ze ook zo waardevol. Het wordt heel lastig voor een robot om dat ook te kunnen bieden.

Misschien kunnen schattige robotdiertjes wel helpen om de eenzaamheid enigszins te verkleinen. Ze kunnen ouderen bovendien helpen om de sociale interactie te blijven oefenen.

Een belangrijk punt bij robots als ‘hulpje’ is hoe 'pushy' een robot mag worden, bijvoorbeeld in het herinneren om medicatie te nemen. Wat als je dit weigert te doen? De autonomie van ouderen kan zo aangetast worden en in extreme zin leiden tot vrij autoritaire robots. Dat is het tegengestelde van ‘zorg’, nietwaar?”

 

Kunnen we met zorgrobots wel spreken van ‘kwaliteit van zorg’?   

  • Ja

    Zolang we robots alleen voor routinematige taken inzetten, en het ‘zorgverlenen’ aan mensen overlaten.

     

  • Nee

    We ‘ontmenselijken’ juist onze zorg en zetten onze ouderen neer als ‘objecten’ die we met robots zoet kunnen houden.

Gaan zorgrobots in de toekomst ook de boodschappen doen? Foto: Bart van Overbeeke

Royakkers: “Als je zorgrobots gaat inzetten als vervanger van de zorgverlener is het risico aanwezig dat de zorg ‘ontmenselijkt’ wordt. Zodra robots taken als voeden en tillen gaan overnemen, kunnen patiënten zich ‘objecten’ gaan voelen. Een oplossing hiervoor kan ‘wederzijdse zorg’ zijn, waarbij de robot ook zelf af en toe om hulp kan vragen bij het uitvoeren van zijn taken. Dan voelt de gebruiker zich ook belangrijk en minder als object.

Bedenk ook dat er een afname is van menselijk contact als zorgverleners niet meer aan huis komen, maar alleen op afstand contact houden. Dat kan het gemoed van ouderen aantasten, denken bepaalde ehtici. Dat roept de vraag op: heeft een patiënt eigenlijk recht op menselijk contact? En waar voor de één dat ene menselijke contact per dag heel waardevol is, prefereert een ander toch een robot aan het bed. De keuze van de gebruiker moet centraal staan. 

Centraal in dit alles staat de ethische vraag: kunnen robots echt ‘zorg’ verlenen? Zorg draait om welzijn van mensen, over een relatie opbouwen, over omgaan met hun problemen. Robots staan voor effectief en efficiënt. Ik denk niet dat ze zorgverleners gaan vervangen, maar dat hun komst wel leidt tot een verschuiving van werk en taken, en dus tot een nieuw soort zorgverlening in algemene zin.”

Barry van der Meer
(Head of Department)