Perspectief in tijden van gascrisis dankzij vooruitziende blik

7 november 2022

TU/e vastgoed werkt al 20 jaar aan een gasloze verwarming de gebouwen en bouwt gestaag verder om straks zoveel mogelijk locaties aan te sluiten op het bijzondere warmte- en koudeopslagsysteem (WKO).

Warmte- en koudeopslagsysteem. Foto: Bart van Overbeeke

De gasprijzen rijzen de pan uit en zelfs op de TU/e campus, die voor een groot deel al van het gas af is, loopt dat in de papieren. Meer gebouwen zullen binnenkort versneld van het gas af gaan. Maar als straks alles op elektriciteit draait, is daar dan wel ruimte voor op het Brabantse energienet? Het zijn vraagstukken waar adviseur energiemanagement Thijs Meulen zich over buigt, op een campus die middenin een transformatie zit.

Al in 2002 legde de TU/e letterlijk een basis in de grond voor een gasloze toekomst. Het warmte- en koudeopslagsysteem (WKO) dat zich onder de campus bevindt, telt 32 bronnen die via twee ringen gebouwen van warmte, kou of een mix daarvan kunnen voorzien. Het was bij aanleg een uniek systeem in Nederland, alleen de High Tech Campus Eindhoven heeft inmiddels ook een systeem aangelegd dat werkt via hetzelfde principe.

Bron: Thijs Meulen

Het feit dat je met dit systeem tegelijkertijd verwarming en verkoeling kan leveren, maakt dat het geschikt is voor alle soorten gebouwen van de TU/e. Het doel is dan ook om de gehele campus op het WKO aan te sluiten. “We hebben genoeg capaciteit om dat te doen”, vertelt aldus Meulen. “We kunnen in theorie wel 2000 kuub water per uur naar onze gebouwen brengen.”

“In de zomer gebruiken we rond de 1250 kuub, voor gebouwen die nu al zijn aangesloten. De reden daarvoor is dat het systeem in de zomer harder aan het werk moet, dan in de winter. (Op de campus is namelijk vooral koeling nodig wat meer energie kost, red.). We hebben dus genoeg reservecapaciteit om extra gebouwen inclusief labs, nieuw en bestaand, zonder problemen aan te sluiten.” Met de 32 bronnen is er zelfs meer capaciteit beschikbaar dan oorspronkelijk gedacht. Dat is vooral omdat de nieuwe gebouwen zo goed geïsoleerd zijn.

“We hebben dus genoeg reservecapaciteit om extra gebouwen inclusief labs, nieuw en bestaand, zonder problemen aan te sluiten”

- Thijs Meulen, adviseur energiemanagement TU/e

In de huidige situatie zijn 19 gebouwen op het WKO aangesloten. Vier daarvan zijn al volledig gasloos: Atlas, Flux, Metaforum en Ceres. “Neuron, Qubit en Gemini worden ook gasloos. En we hebben plannen om het Auditorium, Cascade en Helix eerder van het gas te halen dan gepland, vanwege de huidige situatie op de energiemarkt.”

Want ook al zijn er al zoveel gebouwen van het gas af, de kosten voor het gas dat wél nog gebruikt wordt op de campus (inclusief in gebouwen van derden), zijn in het afgelopen kwartaal al twaalf keer hoger gebleken dan begroot.

 

Thijs Meulen. Foto: privécollectie

Gazprom

De reden daarvoor is dat de TU/e per 1 oktober opstapte bij de Russische energieleverancier Gazprom, in navolging van Europees sanctiemaatregelen. Via een aanbestedingstraject ging de universiteit een nieuw contract aan met GreenChoice. De prijs voor een kuub gas schoot daarmee omhoog.

Real Estate van de TU/e heeft zichzelf als doel gesteld om onder de gemiddelde gasprijs in te kopen in 2023. Voor de inkoop is het jaar opgesplitst in verschillende delen, waardoor Meulen het risico daarover kan spreiden. Op de dagen dat hij gas kan inkopen, moet hij binnen tien minuten reageren op de voorgestelde prijs.

“Ik zit dan om 10.30 uur klaar om volgens de afgesproken methodiek een goede prijs meteen te accorderen. Als de kosten per kuub gunstig zijn, kan ik er ook voor kiezen om meer delen in te kopen, in plaats van slechts dat ene deel van het geheel. Als er dan later in het jaar weer een prijs boven de gemiddelde gasprijs bij zit, kan ik die overslaan.”

De prijzen fluctueren enorm. “Op 13 september 2022 kostte gas bijvoorbeeld 1,72 euro per kuub. Twee dagen later steeg de prijs naar 2,41 euro”, licht Meulen toe. Met een verbruik van 2,6 miljoen kuub gas per jaar (inclusief derden op de campus), maakt 1,80 euro of 2,40 euro nogal een verschil. Meulen hoopt dan ook op steun van de overheid aangezien het door Den Haag aangekondigde prijsplafond niet geldt voor universiteiten.

“Er is nu nog geen enkele regeling die op ons van toepassing is”

- Thijs Meulen, adviseur energiemanagement TU/e

Het komt dan ook niet als een verrassing dat de universiteit nu extra snel van het gas af wil. Daarom zijn de aansluitingen van het Auditorium en Helix aan het WKO-systeem dus ook naar voren gehaald. Maar ook de prijs voor elektriciteit is op dit moment een stuk hoger dan voorheen, doordat een deel daarvan opgewekt wordt met gas.

“We hebben in mei de prijs voor elektriciteit vast kunnen zetten voor het hele jaar. Dat hebben we gedaan omdat we zagen dat die prijzen ook enorm aan het stijgen waren. We wilden niet afwachten hoe het zou lopen en hebben dus gelukkig onder de huidige marktprijs in kunnen kopen.”

Financiële gevolgen

De prijsstijging voor elektriciteit en de onverwachte prijsexplosie voor gas hebben een aanzienlijk effect op de TU/e laat Ruud van de Donk, directeur van Finance & Control, schriftelijk weten. “We verwachten vanaf het 4e kwartaal 2022 een forse kostenstijging. Het effect daarvan is een lager financieel resultaat. In 2022 kunnen we dat nog opvangen door enkele meevallers. Dit jaar schrijven we nog zwarte cijfers. In 2023 zijn de extra kosten dusdanig hoog, dat we een negatief resultaat begroten.”

De universiteit zal dus een deel van de reserves moeten inzetten om dat verlies op te vangen. “Dat hadden we graag vermeden, want die reserves willen we komende jaren liefst alleen inzetten voor ontwikkeling van de TU/e: in onderwijs en onderzoek, maar ook in vernieuwing van onze campus en digitalisering. De extra kosten die nu voor energie gemaakt worden, veroorzaken dus minder financiële ruimte voor de strategische ambities van de universiteit”, voegt Van de Donk toe.

Om de campus versneld van het gas af te krijgen moeten enige investeringen worden gedaan. Die stonden al gepland in het kader van verduurzaming en worden nu – waar mogelijk – versneld. “De extra investeringen wegen financieel gezien op tegen de extra gaskosten, per saldo levert dat geen financiële nadelen op.”

Ook hoopt Van de Donk op compensatie vanuit de politiek. “De TU/e is samen met collega-universiteiten in overleg met de rijksoverheid om te bespreken of financiële compensatie voor de gestegen energiekosten mogelijk is. Dat is niet vanzelfsprekend. Zo hebben we dit jaar weliswaar enige prijscompensatie ontvangen, maar die is volstrekt onvoldoende voor de kostenstijgingen waarmee de TU/e te maken heeft, zelfs los van de gestegen gasprijzen.”

Elektriciteitsverbruik

Het elektriciteitsverbruik op de campus zal de komende jaren gaan toenemen, want naast de nieuwe aansluitingen op het WKO komt er ook een labgebouw bij, zijn er onderzoeken die meer elektriciteit gaan vragen en zullen er geleidelijk aan meer laadpalen voor elektrische auto’s worden gerealiseerd op de Campus, vertelt Meulen.

Kort geleden was het nog maar de vraag of daar wel genoeg ruimte voor zou zijn op het stroomnet. Landelijk netbeheerder TenneT wist uiteindelijk ruimte vrij te spelen. “We hebben nu een uitbreiding aangevraagd bij netbeheerder Enexis, voor een dubbele capaciteit van wat we nu gebruiken.”

Tegelijkertijd probeert de universiteit op alle mogelijke vlakken te besparen. Niet alleen om financiële redenen, maar ook in het kader van duurzaamheid. “In het klimaatakkoord staat dat wij als overheidsinstelling in 2030 55% minder CO2 moeten uitstoten. Zoals het er nu naar uitziet gaan we dat gewoon halen. Als je de covidperiode zou meetellen, hadden we het zelfs al gehaald.” Die CO2-reductie komt uit verschillende hoeken.

CO2 reductie

Gas heeft een constante uitstoot van 1,79 kilogram CO2 per kuub. Elektriciteit heeft een variabele CO2-uitstoot, die steeds gunstiger wordt omdat er steeds meer hernieuwbare energie beschikbaar komt. Momenteel wordt gerekend met 0,3 kilogram CO2 per kWh. Door van gas naar elektra over te stappen, reduceer je dus automatisch al een gedeelte van de uitstoot.

Als straks de universiteit helemaal op elektriciteit draait, blijft de uitstoot om die reden automatisch afnemen. “Omdat we van het gas af gaan, mogen we als het ware groeien in het elektragebruik, van 34.000 MWh naar 40.000 MWh en blijven we nog binnen die 55% CO2-reductie”, aldus Meulen.

Tegelijkertijd wil de universiteit ook minder verbruiken. Slimme verlichting kan daarin al een groot verschil maken. “In Atlas hebben we in de basis 100 lux aan kunstlichtsterkte. Normaal gesproken moet je volgens de normen op een werkplek 500 lux hebben, maar dat is in dit gebouw niet nodig omdat er genoeg buitenlicht binnenvalt. Door van 500 naar 100 lux te gaan, bespaar je 80 procent aan energie.” Daarnaast wordt apparatuur in het algemeen steeds zuiniger, voegt Meulen toe.  “Motoren voor ventilatie, bijvoorbeeld. Het verschil met tien jaar geleden is heel groot, dus door nieuwe motoren te plaatsen, bespaar je ook energie.”

“Omdat we van het gas af gaan, mogen we groeien in het elektriciteitsgebruik”

- Thijs Meulen, adviseur energiemanagement TU/e

In nieuwbouw en verbouwingen op de campus wordt daar ook rekening mee gehouden. Zo krijgt Neuron bijvoorbeeld slimme verlichting, met behulp van sensoren. “Dat gebouw wordt ook geïsoleerd volgens de nieuwe normen en in het dak komt glas voor extra lichtinval.” Het is echter niet bij elk gebouw op de campus mogelijk om dit soort veranderingen door te voeren.

De vraag is dan ook of het de moeite waard is om zulke gebouwen in de toekomst te behouden. “Traverse is zo’n geval. Traverse heeft een energielabel D, dus daar is nog veel winst te behalen. Door de motoren van de ventilatie te vervangen, lukt het wel om een label C te krijgen, maar als we door willen naar A, moeten we de hele gevel aanpakken. Het is de vraag of dit gebouw nog past in de vastgoedstrategie. Op basis daarvan wordt vervolgens gekeken of dat het verbouwen en verduurzamen van een gebouw economisch haalbaar is.”

Zuinig zwembad

Datzelfde vraagstuk speelt voor gebouwen die nu door Fontys gebruikt worden, maar binnenkort terug in het bezit komen van de universiteit. “Daar zitten gebouwen bij die voor de TU/e bijna niet meer inzetbaar zijn. We moeten kijken wat daarmee gebeurt, maar daar is een andere groep binnen Real Estate mee bezig.” Echt enorme energieslurpers zijn er verder bijna niet meer op de campus.

“Alleen het sportcentrum. Het nieuwe stuk dat daar nu aan wordt gebouwd is gasloos, maar de rest van het gebouw moeten we nog volledig onder handen nemen. Ook daar zijn we aan het kijken hoe we al voorbereidingen kunnen treffen tijdens de nieuwbouw om ook het bestaande deel in een later stadium van het gas af kunnen halen. Het zwembad is wel een van de zuinigste zwembaden van Nederland, daar kunnen we ook veel overtollige warmte kwijt uit het WKO.”

Ook Spectrum, Helix en Cyclotron hebben een groot verbruik. “Die drie samen zijn goed voor de helft van het energieverbruik op de campus.” Waar dat aan ligt? “Helix heeft bijvoorbeeld 500 zuurkasten, die hebben afzuiging nodig om gifstoffen af te voeren. Als de ramen van die kasten open blijven staan, blaas je alle geconditioneerde lucht uit de gebouwen naar buiten.” Het is een factor die grote invloed heeft op het verbruik op de campus en tegelijkertijd erg moeilijk te beïnvloeden is: het gedrag van mensen.

In Helix is met pilots geprobeerd om dat op te lossen, door bijvoorbeeld de kasten automatisch dicht te laten gaan. Probleem daarvan was echter dat het onveilig zou kunnen zijn als zo’n kast dicht zou gaan als er net iemand aan kwam lopen met flesjes vol giftige stoffen. Die pilot heeft het dus niet gehaald. Momenteel wordt er in een gezamenlijk project met de faculteit onder andere onderzocht of er energiezuinigere zuurkasten beschikbaar zijn, die toepasbaar zijn binnen onze gebouwen en ons onderzoek.

Samenwerking

Juist voor duurzame oplossingen op de campus zoekt Meulen vaak de samenwerking op met wetenschappers. Zo denkt EAISI mee bij Neuron. “In het gebouw worden multi-sensoren geplaatst die licht, bezetting, fijnstof en dat soort dingen kunnen meten. De wetenschappers kunnen dit weer als case gebruiken. Zo is het niet alleen goed voor de bedrijfsvoering, maar ook voor onderzoek.”

Een ander voorbeeld zijn de zonnepanelen op Flux. Erwin Kessels, hoogleraar bij de faculteit Applied Physics, heeft helpen kiezen welke zonnepanelen dat moesten worden. Het zijn vier verschillende soorten panelen geworden, die andere technieken gebruiken. Zo wordt gemeten welke techniek het meest oplevert. Meulen: “Je kunt ‘domme’ panelen wegleggen en dat hebben we ook wel gedaan, maar bij Flux hebben we echt gekozen voor onderzoek.’

Dan is er nog het toenemende elektraverbruik op de campus. “We willen de pieken uit dat verbruik halen. Met ons energie-instituut EIRES kijken we naar hoe we het terrein kunnen balanceren. Je hebt hier zoveel technische mensen zitten en als je al wat langer rondloopt, weten mensen je zelf ook te vinden.”

Naast van het gas af gaan, slimme verlichting gebruiken, zuinigere apparatuur aanschaffen en het gedrag van mensen proberen aan te passen, is er nog een mogelijkheid tot bezuinigen: zelf duurzame energie opwekken. Uitkijkend over de campus valt op lang niet alle daken voorzien zijn van zonnepanelen. Daar komt binnenkort verandering in. In 2023 komt er nieuwe wetgeving, waarin staat dat instanties die veel energie gebruiken – waar de TU/e onder valt – een energiebesparingsplicht krijgen. “Alle daken waar zonnepanelen op kunnen met een terugverdientijd kleiner dan 5 jaar dien je uit te voeren. Alle renovaties kregen trouwens sowieso al zonnepanelen, met uitzondering van Neuron.”

Warmte- en koudeopslagsysteem (WKO)

Hoeveel zonnepanelen je ook op de campus zou leggen, helemaal zelfvoorzienend worden is niet mogelijk, zegt Meulen. Het zou maar 8% van wat nodig is aan elektra kunnen opwekken. Wel kan met zonnepanelen de energie worden opgewekt die nodig is voor het WKO. Meer gebouwen op dat systeem aansluiten is nu voor de universiteit de eerste prioriteit. En dat is niet zo moeilijk en kost relatief weinig geld, omdat de bronnen er al liggen. “Dat is goed bedacht destijds. Het is nu gewoon een kwestie van aansluiten, intakken en klaar.”

Nicole van Overveld
(Science Information Officer)

Meer corporate stories

Het laatste nieuws

Blijf ons volgen