‘De TU/e is het kloppend hart van Brainport'
Collegevoorzitter Robert-Jan Smits: “Onze samenwerking met industriële partners brengt iedereen vooruit: onderzoekers, studenten, het bedrijfsleven én de maatschappij.”
Als hij één ding moet noemen waar de TU/e wereldwijd om bekendstaat, hoeft Robert-Jan Smits nooit lang na te denken: “Onze samenwerkingen met de hightech industrie in Brainport. Dat is goed voor onze onderzoekers en studenten, voor het bedrijfsleven, én voor de samenleving. Want dankzij die samenwerking, kan het onderzoek dat hier gedaan wordt, sneller naar de maatschappij gebracht worden.”
Het moge duidelijk zijn: collegevoorzitter Robert-Jan Smits is een warm voorstander van samenwerking van de TU/e met industriële partners. “Daaraan danken we ons bestaan, want de universiteit is 67 jaar geleden opgericht door de Eindhovense industrie. We zijn in die jaren nauw met hightech bedrijven blijven samenwerken, dat zit in onze genen. En we zijn er goed in. Daar zijn heel wat universiteiten jaloers op. Ik weet nog uit mijn tijd in Brussel dat iedereen naar Eindhoven wilde gaan om het ‘geheim van Brainport’ te ontrafelen.”
Uniek in samenwerking
Smits beschouwt deze samenwerking als unique selling point van de TU/e. “Als je toptalent wilt aantrekken, of samenwerkingen wilt aangaan, is het belangrijk dat je een duidelijke signatuur hebt. Iets waar we uniek in zijn. Nu er wereldwijd steeds meer concurrentie is om de beste mensen aan te trekken, is dat belangrijker dan ooit.”
Voor de TU/e is dat ontegenzeggelijk de intensieve samenwerking met partijen uit de hightechindustrie, zoals ASML, NXP, Signify, Philips, VDL, Sioux, DAF Trucks, AccTec, Neways, ProDrive, Vanderlande en vele andere bedrijven uit de Brainportregio.
Co-publicaties
De TU/e scoort al jaren hoog in de CWTS-ranking, die universiteiten rangschikt op basis van onderzoekssamenwerking met het bedrijfsleven op basis van wetenschappelijke co-publicaties. Die gezamenlijke publicaties zijn goed voor zo’n vijftien procent van de totale onderzoeksoutput van onze universiteit.
Smits: “Het was jarenlang een misvatting dat dit soort publicaties minder status hadden. Maar uit wetenschappelijk onderzoek naar promotieonderzoeken met industriële partners blijkt dat die op de meeste punten beter scoren dan onderzoeken zonder bedrijven. En uit ander onderzoek blijkt dat dit soort onderzoek leidt tot meer citaties.”
Out of the box denken
“De slimme industrie vraagt ons niet om hetzelfde te doen als zij doen. Nee, ze vragen ons juist om autonoom en out of the box te denken. Om met concepten te komen die hen ooit kunnen helpen. We lopen hiermee niet aan de hand van de industrie, we hebben een eigen agenda. En zitten hiermee in het kloppende hart van de Brainportregio.”
Meerjarenplannen
“Onze samenwerkingen met de industrie worden steeds strategischer en langlopender”, zegt Smits. “Toen ik in 2019 naar de TU/e kwam, werd er veel gedaan op ad hoc-basis. Een bedrijf vroeg om een promovendus en een jaar later nog een. Inmiddels werken we met roadmaps die over meerdere jaren lopen. Dat hadden we al met Philips en binnen e/MTIC, het Eindhoven MedTech Innovation Center, maar geleidelijk aan komen we met steeds meer grote bedrijven tot meerjarenafspraken. Bijvoorbeeld met NXP en met ASML.”
Binnenkort hoopt de TU/e een overeenkomst te tekenen met ASML om de afspraken vast te leggen voor het bouwen van een ASML-onderzoeksfaciliteit op de TU/e-campus. In dit nieuw te bouwen pand komen gedeelde werkruimten, vergaderzalen, onderzoekslaboratoria en een state-of-the-art cleanroom. Deze zijn ook beschikbaar voor TU/e-medewerkers.
Spelregels
Duidelijke spelregels en afspraken zijn van groot belang bij samenwerkingen tussen universiteit en bedrijfsleven, benadrukt Smits. Zo moet wetenschappelijk onderzoek altijd onafhankelijk en onpartijdig kunnen plaatvinden. En moeten de ethische vraagstukken, intellectuele eigendomsrechten, autonomie en het recht om te publiceren goed geregeld zijn.
“De Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit is natuurlijk van toepassing op ons onderzoek dat we met bedrijven doen”, zegt Smits. “Daarnaast hebben we een aanvullende, eigen gedragscode die zich toespitst op technische universiteiten.”
Samenwerkingen met de industrie
In het jaarverslag van 2022 stond voor het eerst een overzicht van de inkomsten uit samenwerkingen met industriële partners. “Het is belangrijk om transparant te zijn als het om samenwerkingen gaat”, zegt Smits. “We zijn de eerste Nederlandse universiteit die deze informatie publiceert in haar jaarverslag.”
In 2023 waren de totaalinkomsten uit samenwerking met de industrie 23 miljoen euro. Dat is 4,6 procent van de totale inkomsten van de TU/e in dat jaar.
“Natuurlijk levert de samenwerking met het bedrijfsleven de universiteit en de bedrijven geld en verdienvermogen op, maar er zijn meer voordelen”, zegt Smits. “Onze studenten krijgen les van hybrid teachers uit het bedrijfsleven en krijgen zo de meest actuele kennis voorgeschoteld om van te leren. Bedrijven leveren cases uit de praktijk aan als opdracht in ons Challenge-Based Learning-onderwijs. Studententeams kunnen rekenen op hulp en sponsoring van bedrijven.”
Sneller naar de samenleving
“Het helpt onderzoekers bovendien om hun mooie onderzoek te vertalen en naar de markt en samenleving te brengen. Denk aan technologische medische vindingen, die in TU/e-startups en spin-offs zoals Hable, NEMO of VivArt-X naar de markt brengen. Zo leveren we als universiteit een bijdrage aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.”
Uit onze strategie: over samenwerking met de industrie
De TU/e is wereldwijd een van de koplopers in academische samenwerking met het bedrijfsleven. We werken intensief samen met grote hightechbedrijven, topklinische ziekenhuizen en andere organisaties. Daarmee zorgen we voor kennisoverdracht en maatschappelijke impact. We dragen ook bij aan economische groei en het creëren van kansen voor studenten en voor de wetenschap.
Door de nauwe samenwerking spelen we in op actuele, relevante vraagstukken. We creëren samen nieuwe kennis en technologie die een grotere kans heeft daadwerkelijk de markt te bereiken. We dragen hiermee bij aan het toekomstig verdienvermogen van ons land, gebaseerd op een duurzame economie, en creëren mooie kansen voor studenten en voor de wetenschap.
Lees meer over samenwerking in onze Strategie 2030.
Meer over onze strategie
