Jan van Goethem (in-situ)

Speel video

Vervaardiger: Jan van Goethem
Titel: Glasproject voor Werktuigbouwkunde T.H. Eindhoven (gevelwand, binnenwand, plafond)
Jaartal: 1972-1974
Materiaal en techniek: Glas-in-staal en glas-in-aluminium
Herkomst: Kunstwerk in opdracht van TU/e Kunstcommissie in samenwerking met Stichting Kunst en Bedrijf
Locatie: Gebouw Gemini-Zuid (raamgevel, binnenwanden centrale hal, plafond)

In de periode van 1972 tot 1974 creëerde kunstenaar Jan van Goethem drie monumentale installaties van gekleurde glasplaten in het Gemini-gebouw op de campus van de technische universiteit Eindhoven. De kunstwerken bevinden zich op drie locaties binnen het gebouw: op de raamgevel, op binnenwanden in de centrale hal, en in het plafond. Het totale werk is een installatie in situ (voor een specifieke plaats gemaakt) met een geometrisch abstract karakter. De term “geometrische abstractie” verwijst hier naar het gebruik van vormen die je met een passer en liniaal kunt maken, dus een driehoek, een vierkant, een rechthoek, een cirkel of een rechte lijn. Kenmerkend voor het oeuvre van Jan van Goethem is dat hij deze vormtaal combineert met een gevoelsmatig gebruik van kleur. Om diepgang te geven aan de ruimtelijke indeling laat hij bij zijn toepassingen binnen de architectuur de vormen meebewegen met de structuur van een gebouw. De installatie in Eindhoven is een van de eerste in een reeks van meerdere monumentale glaswerken die de kunstenaar door zijn carrière heen ontwikkelde voor overheidsgebouwen en onderwijsinstellingen, waaronder het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Universiteit Leiden.

Bij het benaderen van het Gemini-gebouw worden we als eerste geconfronteerd met de glazen gevelwand op de eerste verdieping, aan de kantinezijde. Op deze glazen wand heeft Van Goethem een decoratief patroon van twee oranje-gele lijnen toegepast. Zijn ontwerp brengt het raam en het achterliggende campuslandschap samen als één canvas dat zich opdeelt in verschillende vlakken. Een lijn loopt door het midden over twee glasdelen, en steekt in het derde vlak diagonaal naar beneden. Vervolgens wordt van boven een tweede diagonale lijn ingestoken, en dit patroon herhaalt zich (zie afbeelding 1). Het oranje-gele glaswerk krijgt diepte en gewicht door de zwarte buitenlijnen langs de oranje-gele strepen. Op een zonnige dag laat het glaspatroon de kantine oplichten met oranje-geelgetinte lijnen, of gouden stralen. Het raam wordt op deze manier een extensie van de architectuur, het interieur, en het omliggende landschap.

Het tweede deel van het werk bevindt zich op de binnenwanden in de centrale hal. Blauw glas, omlijnd met groene stroken, verfraait een aantal glazen wanden. De vorm is soortgelijk aan een Griekse Y waarvan de bovenste as horizontaal is doorgetrokken (zie afbeelding 2). In tegenstelling tot de toepassing in de raamgevel is het glas van de binnenwanden niet in staal toegepast, maar in aluminium vensters gemonteerd. De aluminium vensters vervullen dezelfde functie als het staal aan de gevelzijde, en geven de lijnen extra gewicht binnen de compositie. De blauwe en groene kleurvlakken creëren een patroon dat een opwaartse beweging lijkt te maken. Hierdoor ligt er nog meer nadruk op de dragende functie van de betonnen pilaren van het gebouw.

Het derde deel bestaat uit een serie van vijf identieke glaswerken gemonteerd in een stalen frame in het plafond. De glaswerken zijn opgebouwd uit vierkante, rechthoekige, en driehoekige glasplaten in de kleuren blauw en wit. In het midden van de glaswerken vormt het framestaal een punt die naar beneden wijst, en de glaspanelen maken op dat punt een knik naar beneden. Op deze manier ontstaat er eenzelfde Y-vorm als op de binnenwanden, maar dit keer lijkt het Y-patroon een vliegtuig of vogel uit te beelden. Rondom de witte vlakken is transparant glas toegepast. Hierdoor ontstaat er een ruimte waarin het papieren vliegtuig of de vogel als het ware door de lucht zweeft (afbeelding 3). Dit figuur verwijst naar zowel natuur als techniek, en specifiek naar de faculteit Werktuigbouwkunde en de afdeling Vliegtuigbouwtechniek die oorspronkelijk waren gehuisvest in het Gemini-gebouw.

 

Dit kunstwerk is exemplarisch voor Jan van Goethems interesse in zowel de architectuur als de beeldende kunst. Na zijn opleiding aan de Academie van Bouwkunde in Tilburg werkte hij een aantal jaar als architect voordat hij koos voor het autodidact kunstenaarschap (Aletrino, 1967). Voor zijn werk haalde hij inspiratie uit verschillende architecturale toepassingen: van transparante albasten platen die in raamopeningen werden geplaatst binnen de Byzantijnse architectuur tot aan het glas-in-beton van Roger Bissière en Fernand Léger. Ook architecten Frank Lloyd Wright en Victor Horta vormden een inspiratie met betrekking tot de architectonische toepassing van gekleurde glasramen. Voor het glasproject in Eindhoven liet Van Goethem zich inspireren door de glaskap van het spoorwegstation Saint-Lazare in Parijs, maar ook door de bekende glastoepassingen van Matisse voor de Chappelle du Rosaire in Vence, Zuid-Frankrijk (Goethem en Aletrino, 1981). Toch haalde Van Goethem inspiratie uit “alles” en verwees hij vaak naar de kracht en vrijheid die hij ervoer bij de ontwikkeling van zijn geometrische vormentaal (Smit, 1968). Zo was hij geïnteresseerd in het gebruik van negatieve ruimte, zoals de ongekleurde transparante vlakken van het glaswerk die de gekleurde vlakken in zijn composities in evenwicht brengen. Ook binnen de andere disciplines waarin hij werkte, waaronder de schilderkunst en zeefdrukkunst, paste hij deze principes toe “om de vormen nog meer gewicht te geven” (Goethem, 1973). Toch is het volgens Jan van Goethem aan de bewonderaar om de werken op te merken en er betekenis aan te geven: “Vorm, kleur, en de wisselende ruimtelijke omgeving zullen steeds van invloed zijn op de ervaring van de individuele aanschouwer” (Goethem,1973).
 

Auteurs

Alec Broekhuizen (auteur) is in 2023 stagiair bij de TU/e Kunstcollectie als onderdeel van zijn studie Arts, Media and Society aan Leiden University Centre for the Arts in Society (LUCAS)
Laura Schuster (redacteur) is freelance redacteur en vertaler
Britte Sloothaak (eindredacteur) is conservator van de TU/e Kunstcollectie

 

Referenties:

Aletrino, Paul. ‘Kunst Uit K-IJ-K-E-N Op Straat’. Algemeen Dagblad Rotterdam, 6 april 1967.
Goethem, Jan van. Jan van Goethem : 12 Oktober-18 November 1973, Museum Fodor, Amsterdam. Amsterdam: Museum Fodor, 1973.
Goethem, Jan van, en Paul Aletrino. Kunst Belicht: Jan van Goethem. Raak Lichtarchitectuur, 1981.
Smit, Loek. ‘Met Expositie in Kasteel De Nemelaer, Haaren: Brabantse Come Back van Jan van Goethem’. Eindhoven Dagblad, 19 september 1968.

 

Afbeeldingen:

Afbeelding. 1 Jan van Goethem, Glasproject voor Werktuigbouwkunde T.H. Eindhoven (gevelwand), 1972-1974, Glas-in-staal, foto: Alec Broekhuizen
Afbeelding. 2 Jan van Goethem, Glasproject voor Werktuigbouwkunde T.H. Eindhoven (binnenwand), 1972-1974, glas-in-aluminium, foto: Alec Broekhuizen
Afbeelding. 3 Jan van Goethem, Glasproject voor Werktuigbouwkunde T.H. Eindhoven (plafond), 1972-1974, glas-in-staal, foto: Alec Broekhuizen